De volgende boeken van auteur
Auteurs
zijn gerecenseerd:
Hansen is conciërge op een VSO-ZMOK-school. Op een dag vindt hij het dode lichaam van een leerling, Marnix. Marnix’ schedel is verbrijzeld en er wordt al gauw gesuggereerd dat hij van het dak gevallen of gesprongen is.
Rechercheur Job Kramer komt tot een andere conclusie: Marnix heeft geen verdere verwondingen dus is het heel waarschijnlijk dat er een andere doodsoorzaak is. Hij bijt zich met collega Pascal vast in de zaak. Er blijken veel verdachten te zijn.
De jonge vrouw Zara woont in Iraaks Koerdistan. Zij is Joods.
Zara vindt het dagboek van ene Rahila dat in de jaren veertig is geschreven. In die tijd werd de staat Israël gesticht en dit leidde tot een zeer vijandige houding ten opzichte van de Joden in Iraaks Koerdistan, die zich echter helemaal niet ‘Joods’ voelden, maar gewoon Iraakse burgers. Onbeschermde Iraakse burgers.
Deze bundel bevat naast prachtige literaire gedichten ook een aantal liederen op bekende melodieën. Zoals een gedicht op de melodie van: ‘You raise me up’ en ‘Morning has broken’.
Dit vervolg op het boek ‘In het land van de Koraalboom’ is prima zelfstandig te lezen. Drie families trekken vanuit Duitsland naar Argentinië, in de hoop daar een beter leven op te bouwen. Annelie gaat om er te trouwen met een man die ze nog niet kent. Zij en haar dochter Mina staan het meest centraal in het boek. Dan is daar Arthur, die meteen na aankomst zijn verloofde kwijtraakt. Bij Victoria en Anna gaat het pad ook niet over rozen.
Bij Rosalie (Roos genoemd) , de dochter van Nicky en Floor wordt op vijftienjarige leeftijd een ernstige vorm van scoliose (een zijwaartse verkromming van de rug) geconstateerd. Nicky heeft het zelf ook en ze is er vroeger erg mee gepest. Ze is bang dat Roos dat ook zal overkomen. Maar haar dochter laat er niets over los. Ze pubert behoorlijk en gaat steeds meer haar eigen gang.
John Eldredge heeft met dit boek zijn nek uitgestoken. De inhoud gaat dwars tegen de nog altijd verkondigde theorie in, dat we in wezen niet ver komen in deze wereld en dat het slecht met ons gesteld is en dat het louter genade is wanneer we aan het eind van de rit de hemelpoort nog open zien staan. De waarheid van de Bijbel ziet er totaal anders uit.
Door een opmerking van haar moeder “Wij woonden in de oorlog schuin tegenover een werkkamp” gaat Josje (alter ego van Janne IJmker) de situatie van de Joodse werkkampen in de Tweede Wereldoorlog onderzoeken. Zij leest daarvoor veel boeken, brieven van gevangenen, speurt op internet, neemt interviews af met oude buurtbewoners en laat haar moeder haar verhaal vertellen. De roman Wij hadden het leven lief is een mix van de bandopnamen, waarin Rieke vertelt over haar herinneringen aan de oorlog, notities van Josje en geschreven brieven van Samuel, een joodse gevangene in het kamp.
De vader van de elfjarige Roz Anthony is verslaafd aan drank. Haar moeder gaat bij hem weg met Roz, haar kleine zusje en grote broer. Als ze nog geen week in het nieuwe huis wonen, zit er op een avond een oude vrouw, Tillie genaamd op de veranda, die doet alsof ze thuis is. Ze zegt dat zij en haar overleden man het huis hebben gebouwd en dat ze hier wil sterven. Haar kinderen hebben haar tegen haar zin naar het bejaardentehuis gebracht.
Beth is draagmoeder voor haar professor en zijn vrouw. Ze hoopt in stilte dat dit een band zal scheppen tussen hem en haar en bovendien heeft ze het geld nodig voor haar studie. Tijdens de zwangerschap lijkt het erop dat het kind een afwijking zal hebben. De ouders, met name de toekomstige moeder, eisen een abortus maar Beth kan geen afstand meer doen van de baby in haar buik en vlucht naar Hopen Haus, een opvanghuis voor ongehuwde moeders bij de Mennonieten.
‘Voor het evangelie zijn alle volken gelijk’ is de ondertitel van dit boek. Daarmee geeft Steven Paas direct zijn standpunt weer. In dit boek legt hij uit dat zijn sympathie voor Israël voor hem vanzelfsprekend is, dat hij liefde heeft voor zijn Joodse naaste. Maar sinds het verlossingswerk van Christus heeft elk mens Hem nodig om tot wedergeboorte te komen, daarin verschilt een Jood niet van enig ander mens.









