Een geadopteerde jongen en een getraumatiseerde vrouw komen met elkaar in contact.

Een ongehuwde moeder trouwt met een weduwnaar met twee dochtertjes. Ze krijgen er nog drie kinderen bij. De vader heeft een droom die niet uitkomt

Als Jasmijn, als tienermeisje zwanger wordt, krijgt ze te maken met allerlei moeilijkheden en familieperikelen.

Ramon heeft het goed voor elkaar. Hij werkt als verkoper in een herenmodezaak, woont op zichzelf en heeft een mooie auto. Zijn ouders zijn gescheiden en zijn zus Rosalien woont bij haar moeder en haar nieuwe man, waar ze het niet naar haar zin heeft. Dan wordt hun vader vijftig en hij vraagt Ramon en Rosalien of ze mee willen gaan naar Roemenië. De nogal materialistisch ingestelde Ramon twijfelt of hij mee zal gaan. Wat moet hij in zo’n land zoeken? Rosalien daarentegen is enthousiast en wil graag mee.

Marieke werkt in de meubelzaak van haar vader. Haar collega is Marien, de zoon van haar vaders compagnon. Marieke kan goed met hem overweg maar ziet in hem niet meer dan een broer. Haar ouders zouden het graag anders zien, maar Marieke heeft verkering met Klaas-Jan, een hovenier.