Recensie
De titel “De boekenfluisteraar” klinkt wat geheimzinnig. “Der Buchspazierer” zoals de oorspronkelijke titel is, is een betere vlag die de lading denkt. Elke dag loopt Carl door zijn stad langs een aantal klanten van de boekhandel om boeken te bezorgen. Alleen is hij al met pensioen en vindt de dochter van de vorige eigenaar, waardoor Carl ooit in dienst is genomen, dat hij ermee moet stoppen. Ze gedoogt zijn dagelijkse binnenkomst omdat haar vader nog leeft. Maar ze weten allebei dat als de man sterft, zij hem eruit zal gooien. Het onvermijdelijke gebeurt maar Carl kan niet stoppen met boeken bezorgen en geeft zijn hele bezit uit aan boeken om ze maar te kunnen bezorgen. Het verhaal zou triest zijn afgelopen als Sascha niet met hem was gaan meelopen tijdens zijn ronde.
“De boekenfluisteraar” heeft de warmte van een kerstverhaal en sommige zinnen laten je glimlachen. “Als je een bank zou kunnen bekleden met de klank van een stem, dan moest je die van deze man gebruiken”, vond ik een van die zinnen. “De boeken wilden keer op keer door hem worden gelezen, net zoals parels willen worden gedragen omdat ze dan mooier worden”. En: “Het leek alsof er in de boekband van zijn leven niet veel papier meer over was”.
“De boekenfluisteraar” is een boek dat ik zou willen voorlezen aan wie het maar wil horen. Ik wil het houden omdat het zo prachtig is gebonden en de omslag zo mooi is vormgegeven. Dit boek voelt zelfs als de liefde die erin wordt beschreven.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
Op haar veertiende gaat Marij naar Amsterdam om als dienstmeisje te gaan werken in een Joods gezin. Ze raakt gewend aan de Joodse gebruiken. Op Sabbat werkt ze; op zondag mag ze naar de kerk en zondagavond naar de meisjesvereniging. Daar gaat ze heen met haar nicht Jenne en andere dienstmeisjes.
Ze maakt regelmatig ommetjes met hen. Op de markt ontmoet ze Jacob, de knecht van de visboer. Hij wil contact met haar maar hoewel Marij hem erg sympathiek vindt, vindt ze het ook moeilijk omdat hij Joods is. Bovendien is er Flerik, die werkt op de vissersboot van haar vader. Beiden vinden haar leuk.
Honderd jaar geleden gingen veel Urkse meisjes werken als dienstmeisje in Amsterdam. Ze werkten harder dan bijvoorbeeld dienstmeisjes uit Duitsland.
In Joodse families maakten ze vaak deel uit van het gezin. De auteur heeft zich goed verdiept in het Joodse leven en hun gebruiken. Ze houdt de spanning omtrent Jacob en Flerik er goed in.
De epiloog geeft een mooie afronding van het verhaal.
De cover is mooi vormgegeven
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
“Ongelooflijk, maar waar gebeurd,” zegt de ondertitel van dit boek. Een understatement. Een jongen uit de jungle van India, geboren in de laagste kaste, stelt vragen bij de achterstelling van zijn familie, zijn dorp, zijn achtergrond. Zijn hele leven lang zal hij een hekel hebben aan de religie, omdat de Brahmanen, de priesters, de onderdrukkers van zijn kaste zijn en het stelsel van ongelijkheid willen behouden. Maar hij gelooft. Hij gelooft in de profetie van de astroloog van het dorp, die de regenboog die in de door het raampje vallende lichtstraal boven hem verscheen, duidt met de volgende woorden: “Als hij groot is, gaat hij met verf en vormen werken.” Verder werd de rest van de profetie in een palmblad gekrast: “Hij zal trouwen met een meisje uit een ander land, dat muzikaal is, eigenaar van een jungle en geboren onder het sterrenbeeld Stier.” PK gaat naar school, ook al mag hij niet in de klas zitten, maar ernaast terwijl iedereen hem negeert. Het lukt hem uiteindelijk om de kunstacademie te gaan doen, maar niet zonder ontberingen, thuisloosheid en honger. Uiteindelijk vindt hij een manier om in leven te blijven en toch te kunnen studeren. Tijdens de studie gebeurt het. Het meisje van de profetie komt als toerist in zijn stad en ze ontmoeten elkaar. Ze weten het allebei zeker. Zij zullen met elkaar trouwen. Maar de strijd is nog niet voorbij. Hij rondt zijn kunstacademie af en stapt vervolgens op de fiets om naar haar toe te rijden. De reis van zijn leven. Hij is soms bijna geneigd om het op te geven. Maar dwars door tegenslagen heen, bereikt hij zijn doel. Een prachtig, ontroerend en liefdevol verhaal. Tegelijkertijd het verhaal van de geschiedenis in de flower-powerjaren.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
Agnes, de moeder van Lima en Joop en de vader van Agnes zijn de personen over wie dit boek gaat. De eerste zin grijpt je: “Het ziekbed van mijn vader vergeet ik niet snel. Hij smolt gewoon weg.” Je snapt dat zaken nog niet afgerond zijn en dat rennen niets uitmaakt. Het proces van ontdekkingen over het verleden en afscheid nemen in het heden, beschrijft Staal met een zorgvuldige opbouw en plotwendingen waardoor je tegelijk onverwacht en ergens toch voorbereid de emoties die erbij komen kijken, ondergaat. Superknap geschreven en wellicht herkenbaar voor de zestigers van nu. Het boek is opgebouwd uit geschreven perspectieven vanuit deze drie personen. Waarbij die van Joop de ontdekkingen en bedenksels van Agnes inhouden waarbij ze probeert te begrijpen wat er gebeurd is in hun leven. De auteur reikt de lezer genoeg denkstof aan over de complexiteit van adoptie; het onbegrijpelijk wrede van oorlog en het proces van vergeven van het kind en de tiener die je ooit was.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
Welke lering kunnen we trekken uit de coronacrisis? In dit boek wordt uiteengezet wat de reactie op de pandemie ons te vertellen heeft over onze samenleving. Ronald Meester stelt dat de coronacrisis zichtbaar heeft gemaakt dat de samenleving het onvermogen heeft om extreme gebeurtenissen collectief te duiden. Bij de overgang van een christelijke samenleving naar een massale secularisatie, is er ondanks de materiële rijkdom een spirituele leegte ontstaan, waarbij het wetenschappelijke bewijs een belangrijke houvast is geworden. In dit boek wordt uitgewerkt dat de wijze waarop mensen zich momenteel tot de wetenschap verhouden, overeenkomt met hoe mensen zich tot religie verhouden. Meester verwijt de Nederlandse overheid dat zij kritiekloos de wetenschappelijke modellen en cijfers van het RIVM heeft aangenomen. Wetenschap onderzoekt verschijnselen op basis van feiten, maar daar waar de wetenschap aan zingeving en betekenisverlening doet, treedt zij het domein van de religie binnen. In de coronacrisis werd zichtbaar dat veel wetenschappers overtuigingen verkondigden. Aan de hand van veel voorbeelden probeert Meester duidelijk te maken dat de wetenschap tijdens de coronaperiode ook overvraagd en daarmee tot schaamlap gemaakt werd. Veel besluiten en toepassingen werden genomen op basis van complexe en multiple variabele modellen, waarbij voorspellen en evalueren vrijwel onmogelijk is. Toch werden op basis van deze modellen toepassingen gepresenteerd om de bevolking te overtuigen van het nut van de coronamaatregelen. Meester miste daarin bij de overheid de zorgvuldigheid om met wijsheid en verstand de aannames te gebruiken.
De rol van de kerken tijdens de coronacrisis wordt ook kritisch beoordeeld. Juiste de kerken hadden hun gezamenlijke verhaal niet moeten loslaten, maar moeten uitdragen wat essentieel voor ons leven is. De kerk speelt door de achterliggende jaren van secularisatie echter nauwelijks meer een rol in het maatschappelijke debat. Zij is zich te weinig bewust van haar essentiële bijdrage aan de maatschappij. Meester vindt dat de kerken te eenzijdig zijn meegegaan in het narratief van de overheid. Er werd voor solidariteit gekozen, maar er kwam geen protest toen de coronapas ook tot uitsluiting leidde. Hadden de kerken rigide de overheid moeten volgen, als daarmee de naastenliefde mogelijk onder druk kwam te staan? Hij veronderstelt daarom dat de kerk de hogere waardes van het leven dan alleen gezondheid moesten benadrukken en uitspreken, maar zij heeft dit helaas in veel gevallen nagelaten.
Bij zijn vergelijking tussen religie en wetenschap wordt de religie vooral vanuit een vrijzinnige hoek benaderd. Theologisch gezien wordt de Bijbel vooral in metaforische zin interessant gevonden.
De rijkdom aan verhalen wordt de werkelijke kern van elke religie gevonden. Er vindt daarom een pleidooi plaats om gezamenlijk op zoek te gaan naar een nieuwe metafysica met een overstijgend verhaal. Meester wil daarbij niet terug naar een christendom dat haar houvast zoekt in historische feiten. Hij is op zoek naar een verhaal waarin we tot uitdrukking brengen wat wij met al onze kennis willen. Hij sluit zijn betoog af met een poging om een eerste aanzet tot dit alternatieve gezamenlijke verhaal te geven.
Dit boek is helpend om kritisch te kijken naar wetenschappelijke informatie die als onderbouwing bij een maatregel toegepast wordt. Het zet helder neer hoe wetenschap bedreven zou moeten worden en hoe wij ons daartoe zouden moeten verhouden. Ook wordt goed uitgewerkt dat zingeving en betekenisontlening nooit vanuit de wetenschappelijke hoek kan komen, maar in het religieuze domein gezocht moet worden. Het geheel is een mooie reflectie op de coronatijd. Enig gemis is hoe Meester tot de overtuiging komt dat een gezamenlijk verhaal in de maatschappij ontbreekt. Zijn betoog had sterker kunnen zijn als hij ook meer voorbeelden van voor de coronatijd had gegeven. Door voornamelijk de relatie tussen religie en wetenschap te leggen, wordt mogelijk te weinig aandacht gegeven aan de invloed van tijd en (verander)processen tijdens crisissituaties in het algemeen. Ook de rol van de overheid had mogelijk genuanceerder aan bod kunnen komen. Durfde de overheid wel met een gezamenlijk verhaal te komen of verschool de overheid zich achter de wetenschap om zelf buiten schot te blijven? Het lezen van dit boek is dus niet alleen verhelderend maar roept ook weer verdere vragen op. Het kan daarom ook goed gelezen worden als een aanzet tot verdere doordenking en discussie. Van harte aanbevolen.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
De Bijbel stimuleert racisme, de Bijbel staat vol fouten, de Bijbel kent geen humor, het aardse leven van Jezus duurde 33 jaar, de Bijbel zegt niets over politiek, Paulus schrijft vrouwonvriendelijk, etc. etc.
Deze en nog veel meer misverstanden worden uitgebreid behandeld door de auteur. Op een toegankelijke manier legt hij uit waarom bovenstaande en andere misverstanden niet kloppen.
Kennis over de Bijbel is essentieel als je God beter wilt leren kennen. Ook als je de Bijbel goed kent is dit boek nuttig om je kennis te verbreden en te verdiepen.
De wens van de auteur is om zijn Bijbelkennis op een toegankelijke maar diepgravende manier te delen.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
Met dit boek presenteert Samuel Lee zijn verlangen voor de toekomst van het christendom. Door heel zijn werk ademt het verlangen om op zoek te gaan naar een gezamenlijk belijden met een open houding voor diversiteit en culturen waarbij het christendom van de 21ste eeuw zich niet meer zal beperken tot één denominatie met een specifieke interpretatie of dogma, maar waarbij de kerken als instituut flexibel kunnen opereren om Gods liefde uit te dragen, tolerantie uit te leven en zorg te dragen voor de wereld. Met dit boekje probeert hij met eenvoudige woorden en voorbeelden een aanzet te geven. Vanuit zijn achtergrond met veel interculturele ervaring en kennis over interculturele theologie weet hij de toon genuanceerd te zetten.
Het boek is opgedeeld in drie delen. In het eerste deel beschrijft Samuel Lee zijn verlangen naar balans. Hij kaart daarin per hoofdstuk diverse misstanden (vooral) binnen de Pinksterbeweging aan. Zo zet hij vraagtekens bij de emotionaliteit die tot norm verheven lijkt. Het overdrijven in geestelijkheid of Gods kracht. Een prestatiegerichtheid binnen de kerk waarbij het niet langer gaat om zielen maar om aantallen. Ook wordt kritisch gekeken naar de rol die leiders of predikers hebben. En verder komen de integriteit van het instituut en de financiële ethiek aan bod. Wat dit deel waardevol maakt, is dat de beschrijving van deze misstanden heel mild en zonder veroordeling wordt uitgewerkt. De toon getuigt van veel liefde tot allen. Het hele boekje ademt het verlangen uit dat het christendom met haar keuzes en uitingen de medemens als gelijke kan ontmoeten en een boodschap van hoop te bieden heeft. Hij roept op om oprecht, consequent en eerlijk te zijn, liefde te delen door menselijkheid, geïnspireerd door de Heilige Geest.
In het tweede deel vindt er een herbezinning op de theologie plaats. Samuel Lee waarschuwt voor de beperkende en soms ook uitsluitende rol die religie binnen de kerk kan hebben. Hij vraagt om doorbreking van simplistisch denken en bekrompenheid, een grotere openheid voor het werk van de Geest en een andere omgang met het Woord. Hij benadrukt dat binnen Gods Koninkrijk ruimte is voor iedereen, een plek voor elk soort menselijke diversiteit, waarbij Jezus het ijkpunt is. Iedere denominatie zou zich daarbij moeten afvragen hoe hij relevant zou kunnen zijn voor hoe het koninkrijk van God zich manifesteert in de samenleving. Daarbij is ieder persoon, elk systeem of organisatie onderdeel van het koninkrijk van God. Dit vraagt acceptatie, onderlinge liefde en respect. Hij werkt dit verder uit aan de hand van voorbeelden hoe over de Heilige Geest of over de rol van de Bijbel gedacht kan worden.
In het laatste deel voert Samuel Lee een groot pleidooi voor de rol van de dialoog en wederzijds respect met de seculiere cultuur en met andere religies, als actieve voortzetting van de Pinksterbeweging. Elke vorm van racisme binnen de kerk zal bestreden moeten worden, ook als het gaat om gender, diversiteit en sociale gerechtigheid. Zijn betoog is warm en nederig en met een diep verlangen naar rechtvaardigheid en bescheidenheid. Hij sluit af met twintig concrete verlangens hoe het christendom zich zou kunnen vernieuwen. Samuel Lee blijft tot het einde een echte Pinkstergelovige met een ruim hart voor alle mensen.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
Het verhaal dat de auteur onder het pseudoniem Coen de Hoog vertelt, is dramatisch én waargebeurd. Als hij in aanraking komt met Femke, een meisje uit de evangelische gemeente waarvan hij deel uitmaakt, is het liefde op het eerste gezicht. Femke vertelt hem wel direct over haar ‘bagage’: ze is misbruikt door haar oudere broer. Dat blijkt niet het enige afschuwelijke dat ze in haar jeugd heeft meegemaakt. Gaandeweg komt Coen erachter dat Femkes vader behoorlijk gewelddadig is. Als de broer, Michael, een huis in dezelfde straat als Coen en Femke wil kopen, veroorzaakt dat veel stress bij haar. En als ze die wil wegredeneren lukt haar dat niet. Al snel belandt ze in de hulpverlening. Helaas ontvangt het jonge echtpaar, dat inmiddels een dochtertje heeft, niet de empathie en steun die het verdient, ook niet vanuit hun kerkelijke gemeente. De leiding daarvan gaat slecht met de problemen om. Zoals dat helaas vaker gebeurt, wordt het slachtoffer als veroorzaker van problemen gezien, terwijl de dader(s) vrijuit gaan. Coen raakt mede daardoor in een geestelijke crisis, waarbij hij het uitschreeuwt naar God. Maar uiteindelijk vindt hij juist bij diezelfde God toch rust, al beseft hij dat de gebrokenheid van het menselijk bestaan vaak niet in het aardse leven kan worden opgelost. De woorden van Tomas Halik: ‘mijn God is de gewonde God’ krijgen in dit verband grote betekenis voor hem. Het verhaal maakte een diepe indruk op me. Mensen, ook christenen, kunnen elkaar door onwetendheid en gebrek aan inlevingsvermogen zo makkelijk schade toebrengen, zelfs als ze het goed bedoelen. Gelukkig brengen ze soms ook troost, al ligt de diepste troost in de ontfermende God. Kyrie Eleison.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
René en Almatine zijn duidelijk over de aanpak die ze hebben gevolgd om het gesprek over seksualiteit binnen de kerk te voeren. Zij richten zich op mensen die zich bezighouden met vraagstukken betreffende de seksualiteit. Zij voeren een vierdelige taak op: onderzoekend, interpreterend, normerend en praktisch en richten hun boek daarnaar in. Zij laten bij elk te behandelen item meer mensen aan het woord. In hoofdstuk 5 reiken ze een theologisch raamwerk aan, dat zij ‘verlangen’ noemen: De bril waardoor de informatie in dit boek tot de lezer zou moeten komen. Deze bril spreekt de schrijvers aan om verschillende redenen en laat een indruk van objectiviteit of - zo je wilt - een positieve neutraliteit achter. Maar niets is minder waar. Waar zij spreken over het ontwikkelen van een nieuwe theologische taal over de redelijk nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van seksualiteit, verzwakt het hanteren van sommige spreek- of taalstijlen deze indruk.
Op bladzijde 30 spreken ze over recht kunnen doen aan de grote verscheidenheid waarop mensen hun seksualiteit tot expressie brengen, terwijl de diversiteit van de mensheid voor 99,6 procent neerkomt op die van vrouwelijk en mannelijk en 0,4 procent verschillen vertoont waarbij verschillende genoemd worden onder de termen ‘syndroom’ of ‘deficiëntie’. Zelfs als zij uitgebreid berichten over polyamorie blijkt dat 0,03 procent van de Amerikaanse bevolking te betreffen. (150.000 mensen op de 131 miljoen). De schrijvers spreken over: heel moeilijke thema’s, heel andere mogelijke lezing van Bijbelteksten, dat er door de eeuwen heen heel verschillend is gedacht over erotiek, dat Thomas heel negatieve uitspraken over vrouwen heeft gedaan, op het licht dat wetenschappen laten schijnen op de complexe fenomenen van seksualiteit. Het woord ‘diep’ scoort hetzelfde effect: diepe wederkerigheid, diepe lichamelijke expressie. Pleitend voor een taal om bruggen te kunnen slaan, is het vervreemdend dat de schrijvers zelf bijvoeglijke naamwoorden gebruiken die daaraan geen recht doen. Maar natuurlijk kun je niet objectief zijn, dat begrijpt ieder mens. Je neemt jezelf als schrijver mee in je onderzoek en verslag. Zo nemen de schrijvers onderzoeken van het lobby-instrument Rutgers serieus. Zie mijn recensie van Seks voor iedereen van Arjet Borger (hoe Nederland niet over seks praat), en haar opmerkelijke bevindingen over dit instituut.
Het voert voor mij te ver om te stellen dat het seksistisch is dat het mannelijke uitgangspunt is in de christelijke traditie. Je kunt stellen dat je wetenschappelijke inzichten serieus neemt, maar realiseer je je dan dat het grootste deel van de wetenschappelijke inzichten gebaseerd is op aannames, vooronderstellingen, zelfs geloof. Ook de wetenschap is niet objectief maar is beïnvloed door de cultuur. Ik ben van mening dat de schrijvers de onderzoeken een andere waarde toekennen dan die het toekomt.
Het lijkt de schrijvers te ontgaan dat de allereerste kerk bestond uit Joodse mensen, die een Joodse cultuur met zich meenamen. De allereerste gemeenten waren op zijn minst overwegend Joods en daarna kwamen de gemeenten met zowel Joodse als Griekse mensen. Ik mis in dit boek de kijk vanuit de Joodse cultuur in die tijd.
Ten slotte mis ik de notie van gezondheid en veiligheid in de expressie van seksualiteit. Erger nog: de veiligheid die vorm vindt in de puritybeweging in Amerika, wordt met suggestieve bewoordingen veroordeeld en verworpen (incestueus en onderdrukkend).
De benadering met de bril van ‘verlangen’ van het onderwerp seksualiteit doet mijns inziens tekort. God ging bij zowel schepping als wetgeving uit van gezondheid en veiligheid voor ‘zijn mens’. Het uitgangspunt moet vertrouwen zijn. Hij is te vertrouwen in alles wat Hij heeft geschapen en wat Hij heeft bedoeld.
De schrijvers stellen dat zij in de antropologische reflectie laten zien hoeveel er veranderd is in relatie tot wat normatief is in het kader van gezinsstructuren. Maar zij laten buiten beschouwing dat dit pas de laatste zestig jaar aan het veranderen is en in een klein gedeelte van de maatschappij. Wat is er veranderd? Dient het werkelijk het Goddelijke verlangen? Overigens is een zwaarwegend uitgangspunt van de schrijvers dat God naar zijn mens zou verlangen. Dit is een deel van de waarheid. Jezus zegt: “Wie tot Mij komt, zal ik niet uitwerpen.” De voorwaarde is: Tot Jezus gaan. Hier staat het vertrouwen op Hem in het middelpunt. Hij heeft zijn mensen zo liefgehad, dat Hij zijn leven heeft gegeven. Deze liefde gaat boven de seksualiteit uit, die in het boek ook liefde wordt genoemd. Niet om de verwarring nog groter te maken.
Dan staan er nog een paar verduidelijkingen in het boek die storend zijn, juist omdat theologen dit schrijven. Abraham zou al met Ketura getrouwd zijn geweest terwijl Sara nog leefde, maar er staat duidelijk in de Bijbel dat dit na het sterven van Sara is gebeurd. Abrahams en Jakobs huwelijk vonden plaats lang voordat de Mozaïsche wet er was, waarin huwelijk met verwanten en buitenlandse vrouwen verboden werd. Mozes trouwt met Sippora zelfs voordat hij de wet ontvangt.
Aan het eind van het boek is de bronvermelding te vinden en de lijst van noten.
Vuur heeft nuttige en verwoestende eigenschappen. Het is maar wat je ermee doet en wat je ermee beoogt. De titel doet recht aan het onderwerp en het is echt een moedige daad om met deze onderwerpen aan de slag te willen gaan. Of het dat uitwerkt wat Almatine en René voor ogen hebben, dat zou je kunnen verlangen.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
Onderwijzeres Ellen heeft een fijne vakantie achter de rug, een groepsreis naar Noorwegen.
Daar heeft ze Jeroen ontmoet. Een tijdje na de vakantie neemt hij contact met haar op. Samen maken ze wat uitstapjes en Ellen merkt dat Jeroen toenadering zoekt. Ze houdt hem op afstand, ze wil geen relatie. De reden is dat ze twee stukgelopen relaties achter de rug heeft en het niet aandurft om met Jeroen verder te gaan. Op een gegeven moment wil Jeroen weten waar hij aan toe is. Ellen zegt dat ze tijd nodig heeft. Jeroen stelt een ultimatum: over een week wil hij antwoord van haar.
Ellen heeft haar handen vol aan Job die pas bij haar in de klas is gekomen. Hij is het zoontje van de nieuwe achterburen. Hij lijkt ADHD te hebben maar zijn moeder wil hem niet laten testen. Collega Werner weet hoe hij Job aan moet pakken, tot grote opluchting van Ellen. Met Jobs zus Sterre krijgt ze een leuk contact.
Sterre zit op de middelbare school en wil graag juf worden. Ellen laat haar af en toe schriften nakijken.
Langzaam maar zeker wordt het Ellen wat te veel. Het gedoe met Job en de angst om zich aan Jeroen te binden. Als het in de klas de spuigaten uitloopt, stuurt Werner haar naar zijn vrouw en zorgt voor haar klas.
Bij Werners vrouw lucht ze haar hart en dan vertelt Werners vrouw ook wat over haar verleden.
Dit boek wordt door de Veluwse bieb betiteld als een christelijk boek. Dat is typisch voor deze bieb: als er een keer het woordje God in voorkomt, wordt het al christelijk genoemd. Werners vrouw zegt een keer: Er is er maar Eén die ons diepste verlangen kan vervullen.
Een ander personage noemt het vertrouwen op de hemelse Vader.
Jammer dat niet wordt verteld of Ellen wel of niet gelooft. Hoewel haar worstelingen goed worden beschreven, denkt ze niet na over God, hoewel Hij twee keer genoemd wordt in verschillende gesprekken
Jouw waardering
Like en deel deze recensie: