Jae is zijn vader opgevolgd als leider van de ondergrondse kerk in Noord-Korea. Hij moet een tijdje van huis in verband met problemen in het christelijk netwerk. Zijn vrouw Hye is heel erg ziek en hij wil tevens medicijnen voor haar bemachtigen. Gedurende zijn afwezigheid worden Hye en zoontje Chul geschaduwd en Hye besluit om te vluchten. Tijdens de reis gaat het steeds slechter met haar en als ze haar sterven voelt naderen, neemt ze een dramatisch besluit.
In het begin van dit boek gaat het over het 'normale' leven van de gemiddelde Noord-Koreaan. Ze werken, lijden honger, proberen eten te stelen, er is maar af en toe elektriciteit en de verering voor de Grote Leiders wordt de kinderen met de paplepel ingegoten. Als de kinderen zestien zijn, wordt aan hen pas door de christenouders over God verteld.
Als Jae zijn aanstaande vrouw -dan nog met iemand anders verloofd- uit een brandend huis bevrijdt, wordt hem verweten dat hij de portretten van de Grote Leiders Kim Il-Sung en diens zoon Kim Jong- Il niet heeft gered. Hij moet nogmaals het brandende huis in.
Als Jae getrouwd is en een zoontje heeft, komt hij later met Chul in de gevangenis terecht en het afschuwelijke leven dat de gevangenen daar hebben, wordt uitgebreid en realistisch beschreven. Ze krijgen nauwelijks te eten, (en wat ze krijgen, stelt niet veel voor, veel te weinig en onsmakelijk) zitten met heel veel man in een cel vol ongedierte, ze moeten 's avonds rare kunstjes doen voor ze mogen slapen, zoals bv. in een flamingohouding gaan staan en dat een tijdje volhouden en meer van dergelijke dingen. De vreselijke martelingen komen ook aan de orde. De gevangenen en met name de christenen worden als beesten behandeld.
Ik heb al meer boeken over Noord-Korea gelezen en dit boek bepaalde me opnieuw bij de situatie daar. Het laat zien hoe zeer de mensen en vooral christenen daar ons gebed nodig hebben.
Geef een reactie