Als Iris op een dag van haar werk thuiskomt in haar appartement in Amsterdam, vindt ze een enorme ravage. Veel dingen zijn kapot, maar het gruwelijkste is wel dat er met bloed op haar wasmachine het woord 'verdiend' is geschreven. Er zijn geen braaksporen; het blijkt dat haar buurvrouw de sleutel aan een man heeft gegeven die zich uitgaf als Iris' broer, terwijl ze geen broer heeft. Nadat de politie geweest is, vertrekt Iris naar de Betuwe, naar haar ouders. Ze piekert zich suf maar kan niet bedenken wie de dader is.
Na een aanwijzing (een briefje in haar koffiezetapparaat) komt ze erachter dat het iemand moet zijn die bij haar op school heeft gezeten. Intussen heeft ze weer contact met haar ex-vriend Erik. Het blijkt dat ze zich nog steeds tot elkaar aangetrokken voelen. Na een etentje spreken ze nog een keer af. Als Iris niet komt opdagen, blijkt dat ze vermist is...
Een thriller van formaat met diepgang, zo kan ik dit boek het beste beschrijven. Het boek leest als een trein. Eerst wordt er geschreven vanuit het ik-perspectief van Iris en later vanuit het ik-perspectief van Erik. De auteur is er een ster in om de gevoelens van beide personen te beschrijven. De diepgang ontbreekt niet. Het is één van de beste thrillers van Nederlandse auteurs die ik heb gelezen.
Geef een reactie