Dit is het levensverhaal van de Russische evangelist Joseph Bondarenko. Hij werd geboren in 1936 in de Oekraïne en groeide op in een christelijk gezin. Zijn vader was predikant. Op school werden Joseph en zijn broers en zussen vaak gepest, vanwege het geloof. Ze kregen lagere cijfers en waren bij bepaalde lessen niet welkom. Ze werden beschouwd als tweederangs kinderen.
In 1953 gaf Joseph zijn hart en leven aan de Heer. Hij ging naar de marine-academie maar mocht vanwege het feit dat hij van God getuigde, de opleiding niet afmaken. Met die mogelijkheid had hij rekening gehouden; hij had voor kraanmachinist geleerd en vond werk. Intussen was hij in het geheim gedoopt en was hij nationale jeugdleider van de ondergrondse kerk geworden. De KGB hield hem in de gaten en in 1962 werd hij voor de eerste keer gevangengenomen. Zijn vriend zat bij hem in de cel maar omdat ze over God vertelden, werden ze apart gezet. Het leven in de gevangenis was zwaar, slecht eten en martelingen. God gaf hem kracht om vol te houden en na drie jaar werd hij vrijgelaten. In 1966 kwam hij weer voor drie jaar gevangen te zitten. Na zijn vrijlating trouwde hij met Maria. Ze kregen vijf kinderen. Er volgde nog een derde gevangenschap aan het eind van de 70er jaren.
Dit is een bijzonder boeiend boek over gelovigen in de Sovjetunie voor de val van de muur. Joseph heeft veel wonderen meegemaakt en ook de opwekking die eind jaren 80 begon, wordt beschreven. Joseph ontmoette astronaut Jim Irwin, Billy Graham en meer bekende evangelisten. In de epiloog schrijft hij: ‘De gevangenis was Gods leerschool voor mij, een masterclass in nederigheid en het liefhebben van de vijand. Op het seminarie leert een priester theorie, en in de gevangenis leert men praktijk’. Zijn grootste vreugde is het dat al zijn kinderen van de Heer houden en Hem dienen.
Geef een reactie