Schrijvers over Nederlands-Indië
Op uitnodiging van het Veteranen Instituut in Doorn, begeef ik mij met mijn vrouw deze dag naar Bronbeek bij Arnhem. Dat is een instituut voor oud Indië-Veteranen, een groot wit landhuis gelegen op een mooi landgoed van negen hectare. De reden is het 75-jarig bestaan van de Stichting Pelita, opgericht ter ondersteuning van mensen met een Indonesische achtergrond.
Mijn vrouw is van de tweede generatie met een Indische achtergrond, ikzelf kom uit een familie met een verzetsverleden. Er is op deze zonnige dag een gevarieerd programma georganiseerd: de Pelita Landelijke Naoorlogs Generatiedag. De zaal is gevuld met wel zo’n tweehonderd mensen, velen van Indonesische afkomst en meest ouderen. Dagvoorzitter is Kees Schepel. Er zijn enkele standjes aanwezig van onder meer het Veteraneninstituut.
Na een inleiding door Rocky Tuhuteru is er een lezing van Jolanda Lindenberg van de Leyden Academie over een inventarisatie van de hulpvragen die leven bij de naoorlogse generatie, een onderzoek waaraan ik zelf heb meegewerkt. Anneke Ruff interviewt vervolgens het echtpaar Matitawaer, waarover een film wordt vertoond. Zij is een Friezin, hij is afkomstig van de Molukken en ze hebben elkaar in Sneek ontmoet. Na dit interview is het de beurt aan een panel, waarin de hulpverlening aan de naoorlogse generatie wordt besproken met drie hulpverleners, een psychiater van Centrum 45, een psychologe en een maatschappelijk werkster van het Veteraneninstituut. De hulpverlening wordt uiteengezet, van de gang naar de huisarts tot doorverwijzingen naar gespecialiseerde centra zoals Centrum ‘45 en het Veteraneninstituut.
De derde generatie
In een volgend panel komt de, jonge, derde generatie aan het woord. Deze leven met vragen over wat er met opa en oma in de oorlog in Indonesië, Jappenkamp en Berjeap-periode is gebeurd. Dit panel bestaat uit Kevin Felter, lid van de Indische Genealogische vereniging, Brenda van Melle van de Stichting Medan Kumpulan en Sumatra’s Oostkust en Annet Sabandar Maluku. Zij worden geïnterviewd door Bart Nauta. Waarom in een gezin het ene kind wel nieuwsgierig is naar wat er is gebeurd in Indonesië, terwijl een ander kind geen interesse heeft, komt onder meer aan bod. Ook het door durven vragen van wat er nu eigenlijk is gebeurd, iets wat de tweede generatie vaak niet heeft gedaan.
Boeken geschreven
Inmiddels is het kwart voor een en tijd voor een lunch. Passend bij de Indonesische cultuur is dit een uitgebreide Indonesische maaltijd, omlijst met gitaarmuziek en zang van Peter Lengams. Er is nog tijd om even de benen te strekken in de prachtige, zonovergoten tuin. We bezoeken kort het museum dat op het terrein is gevestigd, waar we drie boeken cadeau krijgen uit de zeer uitgebreide literatuur die hier aanwezig is.
Na de lunchpauze worden Frits en Marijke Barend geïnterviewd door Anneke Ruff. Ze hebben een boek geschreven, Matzes en Mie. Frits heeft een Joodse achtergrond, zat als peuter ondergedoken, Marijke heeft een Indische achtergrond. Frits benadrukt dat het niet goed is alle Duitsers als slecht te bestempelen en vertelt een verhaal hoe een Duitser drie Joden hielp verborgen te blijven, terwijl een Nederlander ze had verraden.
Vier schrijvers
Als laatste op het programma staat een panel met vier schrijvers, allen met een Indische achtergrond: Adriaan van Dis, Reggie Baay, Dinah Marijanan en Demi van Hutten. Zij lezen een passage voor uit een van hun boeken, Adriaan van Dis uit zijn boek Familieziek. Er volgt een levendige discussie met de zaal met de schrijvers, onderbroken door een theepauze. Het altijd zwijgen over de oorlog komt ter sprake, met als gevolg een in jezelf gekeerd zijn, onmacht je niet uit te kunnen drukken en een slecht taalgevoel te ontwikkelen. Het zwijgen dat verklaard wordt met het bezig zijn met de wederopbouw maar ook met het niet willen belasten van je kinderen met de oorlog. Het altijd gehoorzaam zijn aan de ouders, loyaliteit, maar aan de andere kant juist soms agressief en slecht gedrag. Vaak een strenge opvoeding, ook verhalen van veel financiële armoede. Een boodschap is ook de terugkeer van discriminatie in deze tijd en dat we daarvoor moeten blijven oppassen. De tweede generatie ziet de ouders als slachtoffer, die met respect behandeld moeten worden, maar die ook dader konden zijn.
Kees Schepel geeft tot slot een korte beschouwing over de dag, waarna er nog tijd is voor ontmoeting en een signeersessie met de schrijvers.
Buiten op het terras nemen we een drankje, waarbij we kunnen terugzien op een zeer geslaagde dag. Een erkenning voor het recht van bestaan van de Naoorlogse Generatie.
Lodewijk Crijns
30-06-2022
Geef een reactie