Rebible
20025
Auteur
Type boek
Recensie
Datum
Waardering
Recensie
Inez van Oord heeft de vrijheid genomen om enkele verhalen uit de Bijbel opnieuw te vertellen en ze in een glossy-achtige vorm uit te geven. Ze heeft het lef om deze uitgekozen verhalen de naam Rebible te geven, zo van: ik wil je graag deelgenoot maken van mijn zoektocht door de verhalen nadat ik de Bijbel jarenlang niet meer serieus heb genomen.
Van Oord heeft er flink werk van gemaakt. Ze is op reis geweest naar de Sinaïwoestijn en het eiland Iona. Dat levert prachtige beelden op en mooie indrukken waarover ze kan vertellen. Ze deed dat niet alleen. Ze heeft haar broer, die theoloog is, gevraagd mee te gaan en ze vroeg hem mee te werken aan haar rebibling. Op bladzijde 227 verwoordt ze wel dat ze niks wil horen over zonden die vergeven zijn door Jezus’ lijden. Ze zegt dat dat een verzinsel is om ons afhankelijk te maken van een systeem. Daarmee is het uitgangspunt wel gezet. Deze vooronderstelling kleurt het hele boek. Als jij als christen overtuigd bent dat je zonden vergeven zijn door Jezus’ lijden, is het dus wellicht niet zo geschikt om te lezen. Inez mist hierdoor de kern van de Bijbel, die in talloze gedeelten verwoord en uitgelegd staat. Toch snap ik haar gevoel en verlangen: Waarom is niet het begin van het nieuwe leven het symbool van het Christendom: een open graf, een stralende Jezus, maar eerder een martelwerktuig, het kruis?
Inez verwoordt haar pogingen om aan dit nieuwe leven te raken in mooie overwegingen. Ze zegt het zo: “Wie zoek ik? Ik zoek uit nieuwsgierigheid. Ik ken of ik ervaar die ruimte in mezelf die niet van mezelf is. Ik noem dat de vijfde kamer in mijn hart en soms midden in mijn hoofd. Die lege kamer waar de wereld niet binnenkomt. Het god-shaped-hole. Ik ken die ruimte. Maar mijn nieuwsgierigheid brengt me elke keer weer ergens anders, bij andere bronnen of stromingen. Uiteindelijk kan die kamer alleen gevuld worden met alles wat we God zouden noemen: liefde, energie, het eeuwige. Eigenlijk is dat zoeken niet meer nodig. Ik moet alleen de deuren naar die speciale kamer niet laten dichtvallen en daaraan herinner ik mezelf door mooie teksten te lezen of mooie muziek te luisteren om dicht bij die ‘ruimte’ te blijven.” Maar ze besluit aan het eind van het boek nogmaals dat geloven in een persoonlijke God er niet voor haar inzit en zo begon ze het boek ook.
Inez is ook gehinderd door haar eigen vooronderstellingen en overtuigingen. Ze neemt onder andere aan dat ons godsbeeld van meergodendom geëvolueerd is naar die van een god. De Bijbel laat eerder het tegenovergestelde zien: we zijn gedevolueerd van die Ene die de aarde en de hemelen schiep naar het dienen van meer goden. Het verhaal van koning Josia is kennelijk aan Inez’ aandacht ontsnapt. Hij is de koning die terugkeerde naar de Ene en daarvoor door Hem beloond werd. Als je alleen al dit verhaal in de Bijbel zou lezen, zou je begrijpen dat niets van deze geschiedenis een mythe is, maar keiharde en wonderschone werkelijkheid. Die keiharde werkelijkheid heeft Inez dan toch opgepikt, ze schrijft: “Heilige boontjes komen in de Bijbel niet voor, dat is een van de opvallendste feiten die ik leerde.” Dit en heel veel andere uitspraken zeggen dan natuurlijk meer iets over het beeld van de schrijfster van dit boek dan van de Bijbel zelf. Maar gelukkig dat ze ziet dat de Bijbel, in tegenstelling tot zoveel andere geschriften in gelijke tijden, werkelijkheid schrijft en nergens omheen draait, terwijl andere geschriften mensen verheerlijken en beter laten lijken dan ze werkelijk waren. Toch jammer dat ze mensen uit de Bijbelse tijden mythen noemt, in weerwil van haar bevindingen. Want ja, pas als iets een mythe is, zou het ook iets voor ons kunnen betekenen, maar is het optioneel of je er iets uit meeneemt of niet, net waar jij zit in je geestelijke level. Zo redeneert Inez. Inez brengt onbewust of bewust op een dwaalspoor. Ze vraagt zich tijdens haar reis in de Sinaï af: “Hoe oud was die profeet? Honderden jaren oud toch?” en dan gaat het over Mozes, waarvan zijn leeftijd duidelijk vermeld staat. Dat is niet de enige misser, maar ja, als je de feiten in de Bijbel wilt negeren, kun je overal een vraagteken bij plaatsen.
Soms verrast Inez me. Zoals op het moment dat ze het leven van Mozes met dat van Jezus vergelijkt. Ze doet onwetend aan typologie. Maar haar is ontgaan hoe veel meer het leven van Jozef te vergelijken is met dat van Jezus. Ze noemt Mozes de hoofdpersoon van het Oude Testament. Daar moest ik echt hartelijk om lachen. En je begrijpt uit welke cultuur zijzelf komt als ze seksuele gemeenschap ‘de zonde’ noemt. Au! Ja jammer, dat ze de tederheid en de blijdschap tussen Adam en Eva niet opmerkt en het Hooglied nog niet heeft gelezen en de enorme goedkeuring en blijdschap die God heeft als een jongen en een meisje besluiten samen oud te worden en deze vreugde samen te beleven, iedere keer opnieuw.
Maar goed. Ik heb de “Rebible” met belangstelling en een diepe zucht gelezen. Ik geef 4 sterren voor de grafische uitvoering en 0 sterren voor een bredere algemene kennis van de historische werkelijkheid. En 3 sterren voor het avontuur dat ze toch maar durfde aan te gaan. En 4 sterren voor de openheid waarmee ze schrijft en daarbij dus niet bang is om haar kwetsbaarheid te laten zien.
Jouw waardering
Like en deel deze recensie:
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Geef een reactie