In Nederland is Peter Hitchens (nog) niet zo bekend, maar in Engeland is dat anders. Daar werkt hij als columnist en journalist en is hij regelmatig te zien en horen op tv en radio, als verdediger van conservatieve opvattingen. Voor zijn werk ontving hij o.a. de Orwell Prize voor politieke journalistiek. Zijn in 2011 overleden broer Christopher was een van de bekendste critici van het christelijk geloof, maar Peter Hitchens is na een atheïstische periode juist christen geworden.
In Opstand tegen God blikt hij terug op verschillende periodes in zijn leven. Hij beschrijft hoe hij als vijftienjarige zijn Bijbel heeft verbrand en hoe hij langere tijd geen rekening met God hield. Maar ook hoe dat veranderde. Hitchens heeft een interessant leven geleid. Hij was o.a. buitenlandcorrespondent van diverse Engelse kranten en woonde langere tijd in Rusland, waar hij de val van het communisme van dichtbij meemaakte. Van de communistische en antigodsdienstige dictatuur in dat land weet hij ontzettend veel en dat heeft hem – op z’n zachtst gezegd – huiverig gemaakt voor het radicale atheïsme van zijn broer en anderen.
Opstand tegen God is meer dan een biografie. Hitchens legt voortdurend verbanden tussen verleden en heden. Op grond van plausibele argumenten betoogt hij dat een land waarin de invloed van het christendom afneemt, zal degenereren. In Europa wordt God, in naam van mensenrechten, individuele vrijheid en seksuele diversiteit, heftig bestreden. Hitchens is ervan overtuigd dat deze aanval op de restanten van de christelijke beschaving ernstige gevolgen zal hebben. The New York Times schrijft over dit boek: ‘De verdediging van God wordt langzaam en rationeel gevoerd. Dit zijn de vruchten van het christendom en dit gebeurt er wanneer ze verdwijnen.’
Een prikkelend en intelligent boek.
Geef een reactie