Arie Schelling en zijn neef Leen moeten naar Duitsland om voor de Duitsers te werken. De Duitsers zijn wreed voor hen en ze krijgen heel weinig te eten. Met een paar jongens gaan ze op zondag werken bij een boer bij wie ze ook te eten krijgen. Maar op de terugweg dreigt er onraad…
Veel jongens worden ziek, want de toiletten zijn ontzettend onhygiënisch. Zij komen in de ziekenbarak terecht met difterie. Ook Leen krijgt de ziekte. Arie moet afscheid van hem nemen omdat hij wordt overgeplaatst naar een ander kamp. Onderweg voelt hij zich ziek worden maar hij laat niets merken. Tot verbazing van Arie en de andere jongens worden ze hier vriendelijk ontvangen. Arie wordt steeds zieker en hij wordt naar het ziekenhuis gebracht. Hij vreest dat hij het er niet levend vanaf zal brengen. Maar wonder boven wonder knapt hij op. Hij mag zelfs naar huis om aan te sterken. De bedoeling is dat hij in augustus weer terugkeert maar dat is hij absoluut niet van plan. Liever gaat hij onderduiken.
Dit is een waargebeurd verhaal. Het is spannend en dramatisch en het leest vlot weg. In het midden staan een paar foto’s van Arie en Leen.
Geef een reactie