Als kind gedraagt Sigrid zich anders dan andere kinderen. Omdat haar moeder zich hierover zorgen maakt, laat ze Sigrid onderzoeken, maar wat haar moeder te horen krijgt is dat ze maar moet leren wat normaal kindergedrag is. Op school wordt Sigrid gepest.
Als Sigrid Kees ontmoet, klikt het direct tussen hen en ze trouwen. Zes jaar later wordt hun dochter Kim geboren. De verzorging van de baby valt Sigrid heel zwaar. Het brengt zoveel problemen met zich mee dat ze volkomen instort. Ze krijgt last van paniekaanvallen en dwanggedachten. Ze wordt opgenomen op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis. Als ze weer thuis komt, gaat het nauwelijks beter. De angsten en dwanggedachten worden erger dan ooit. Dan komt ze in een psychose terecht. Ze denkt dat Kim beter af is als er iemand anders voor haar zorgt en ze loopt weg...
Het gaat beter en ze kan het verleden achter zich laten. Ze weet zich in God geborgen en in Zijn handpalm gegrift. Dan verschijnen er in de verte donkere wolken. Kims gedrag is niet zoals andere kinderen. Aanvankelijk denkt Sigrid dat ze wat achter is in haar ontwikkeling. Maar ze laat Kim onderzoeken en het blijkt dat ze klassiek autisme heeft. Het kost tijd om dit te verwerken. Sigrid denkt na over haar eigen jeugd en komt erachter dat zij zelf waarschijnlijk ook autistisch is. Als ze zich laat onderzoeken is de uitkomst het syndroom van Asperger, een vorm van autisme. Ook Kees blijkt autistisch te zijn.
Dit boek is een must voor iedereen die met autisme te maken heeft. De auteur beschrijft eerlijk wat ze allemaal heeft doorgemaakt. Het boek is een eye-opener voor lezers die niets of weinig van autisme weten.
Geef een reactie