De Zwitserse Marta groeit op bij een tirannieke vader en een ziekelijke moeder. Als ze de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt, moet ze gaan werken omdat haar vader het niet nodig vindt dat ze nog naar school gaat. Toch mag ze een tijdje later naar de huishoudschool in Bern, voor een half jaar. Weer thuis, raadt haar moeder haar aan om uit te vliegen en geeft tevens de raad om altijd haar hoop op Christus te stellen. Marta werkt bij verschillende werkgevers en belandt uiteindelijk in Canada. Daar slaagt ze erin om een eigen pension te beginnen en ontmoet ze de man die haar echtgenoot zal worden.
Het tweede deel is geschreven vanuit het perspectief van Hildemara, de oudste dochter van Marta en Niclas. Ze heeft een oudere broer en twee jongere zussen. Hildemara begrijpt niet dat haar moeder haar anders behandelt dan de andere kinderen. Ze is harder en strenger tegen haar. Hidemara vangt op dat moeder wil dat ze voor zichzelf op moet leren komen, maar vaak heeft ze het idee dat moeder niet van haar houdt. Op school wordt Hildemara regelmatig gekwetst door de juffrouw. Ze begint te bidden voor de juffrouw en houdt dat jaren vol. Terwijl ze zich thuis uitslooft voor haar moeder, droomt ze ervan om verpleegster te worden.
Het laatste deel is weer geschreven vanuit Marta's perspectief. Het wordt duidelijk waarom ze haar dochter zo hard aangepakt heeft.
Een boeiend boek dat zich afspeelt in de eerste helft van de vorige eeuw. Het Godsvertrouwen van Hildemara en haar vader wordt mooi omschreven. Het geloof van Marta lijkt in het tweede deel bijna verdwenen te zijn, maar komt in het derde deel weer naar voren.
Geef een reactie