Jakko wordt geboren met het syndroom van Down. Na zijn geboorte antwoordt de kinderarts op de vraag van de ouders dat Jakko absoluut geen mongooltje is. Maar de ouders blijven twijfelen en een paar weken later bevestigt de arts dat Jakko het syndroom van Down heeft. Kees en zijn vrouw Korine laten alles over zich heen komen. Ze ondergaan een rouwperiode.
Kees voelt zijn onmacht en eenzaamheid maar hij weet het goed te verbergen. Hij is veel weg voor zijn werk en de meeste zorg voor de kinderen (na Jakko komen er nog drie) komt op Korine neer.
Kees erkent dat hij zijn gezin tekort heeft gedaan. Hij is hier open en eerlijk over en bekent dat hij het moeilijk vindt om hierover te schrijven.
Gaandeweg brengt hij meer tijd door met Jakko en bouwt een goede band met hem op. In plaats van hard te rijden over de snelweg, rijdt hij op binnendoorwegen met Jakko. Daar genieten ze beiden van.
Het boekje is mooi uitgevoerd in hardcover en met glanzende foto’s op de cover.
De hoofdstukken zijn kort, de meeste zinnen ook en dat leest vlot weg. Elk hoofdstuk eindigt met een levensles, zoals bv. ‘Via Jakko heb ik geleerd om met mezelf te praten. Te reflecteren. Zulke autoritten halen de haast uit mijn leven.’
Geef een reactie