Gerrit Morren, volgens eigen zeggen afkomstig uit "de verloren generatie", de veertigers van nu, heeft in dit boek een prachtig portret van Antoine Bodar, afkomstig uit de "babyboomgeneratie", geschilderd. In hoeverre Antoine zich laat schilderen is nog maar zeer de vraag. Hoewel hij zichzelf zeer duidelijk presenteert, blijkt het nog niet makkelijk te zijn om aan deze veelbelezen priester de juiste vragen te stellen.
Bij hem kun je niet aankomen met oppervlakkige beuzelarij. Het is ook onmogelijk om hem een bepaalde richting op te sturen, of een plaatje neer te zetten, zoals jij hem graag zou willen zien. Bijvoorbeeld als gefrustreerde homofiel, die van ellende priester werd of als ijdel boegbeeld van de Rooms Katholieke kerk. Je moet van goeden huize komen om deze boeiende man, met zijn diepe verlangen om Jezus Christus te volgen, op de plek waar hij soms onverwacht neergezet wordt, gebeeldhouwd door de diepten van leven en lijden, te schilderen zoals hij werkelijk is. De schoonheid van God, de cultuur en het leven, in alle schakeringen boeien hem mateloos en doordrenkt van de noodzaak om die schoonheid een functie te geven in zijn woord en werk, boeit hij mateloos. Ik heb er spijt van dat ik in mijn leven niet de moeite heb genomen om zijn boeken te lezen, hoewel ik genoot van de columns die hij ooit schreef.
Uitspraken die uit dit boekje mijn hart indaalden, waren: "Wie bij God blijft, kan daardoor ook bij zichzelf blijven". En: "God is relationeel". Je weet dat wel, maar het gros van ons, redelijk ongeletterde mensen, handelen niet naar dat feit. We benaderen God vaak niet relationeel. Antoine zegt: "Is dat niet een prachtig perspectief, een opperwezen dat het zonder ons kan stellen en toch met ons een liefdesrelatie wil aangaan?" Ja, een prachtige God, en een prachtige zoon van God.
Geef een reactie