Kromstad is een mooie stad die blinkend schoon wordt gehouden. Dat is bevolen door de heer van de stad, die de bewoners heeft opgedragen om elke dag hun straatje te vegen. Elke oneffenheidje dat wordt gevonden, zorgt voor weer een steen in de zak die elke inwoner van Kromstad op zijn rug moet dragen. Hierdoor lopen de mensen krom en hebben ze slechte ogen.
Cerco werkt keihard, maar krijgt toch steeds meer stenen in zijn zak. Dan hoort hij van iemand dat het buiten de stad beter is. Met zijn vriend verlaat hij Kromstad. Ze komen een herder tegen die hun vertelt over de Prins en de Honingrots...
Het tweede verhaal gaat over een houtsnijder en zijn zoon die op een berg wonen. De houtsnijder maakt mooie beeldjes en houdt er zoveel van dat hij wel zou willen dat ze levend zouden zijn. Hij maakt een fluit en als hij erop blaast, komt zijn wens uit. Zijn beeldjes komen tot leven. Ze krijgen namen en de houtsnijder vertelt hun dat ze overal mogen komen, als ze de berg maar niet verlaten.
Capo, één van de beeldjes wordt toch wel erg nieuwsgierig naar de wereld buiten de berg. Hij maakt een plan om te vertrekken en het lukt hem om de andere beeldjes over te halen...
In deze vertellingen komt het evangelie duidelijk, op een heel andere manier, naar voren. Ze zijn geschikt voor jong en oud. De auteur heeft een prettige schrijfstijl.
Geef een reactie