Dinah Harris is een FBI-agente. Haar hulp wordt ingeroepen bij de verdwijning van een bekende Amerikaan: Thomas Whitfield, de secretaris van het beroemde Smithsonian Instituut. Al snel hebben zij en haar collega Ferguson door dat het om een moord gaat. Maar wat is het achterliggende motief? Whitfield was een alom gerespecteerde en gewaardeerde professor.
Wanneer de twee het bestuur van het Smithsonian ondervragen, worden er duidelijk zaken achtergehouden, maar waarom? En dan wordt een collega van Whitfield, die net op het punt stond om met de FBI te praten, vermoord. Steeds meer lijkt het om een zaak te gaan waarbij levensbeschouwing een rol speelt. Maar dat zou toch niet mogelijk zijn in het vrije Amerika, waar iedereen mag denken wat hij wil?
Tussendoor spelen de persoonlijke problemen van Dinah. Ze is zwaar aan de alcohol verslaafd en komt zelfs dronken op haar werk. Bovendien heeft ze een ernstige doodswens en speelt ze met de gedachte om zelfmoord te plegen.
Dit boek leest erg fijn en de zaak is goed opgezet, waarbij je met Dinah en Ferguson meedenkt en steeds dieper in de zaak betrokken raakt. Daarbij kom je schijnbaar onmogelijke dingen tegen, maar als je er wat verder over nadenkt, kun je je voorstellen dat iets dergelijks een keer zou gebeuren. Een minpunt is dat de lezer al eerder bepaalde informatie heeft dan de FBI. Dat vond ik jammer. Maar steeds blijf je dicht betrokken bij het verhaal. Alles bij elkaar is dit een goed spannend boek dat ook erg geschikt is voor mensen die eigenlijk alleen romans lezen.
Geef een reactie