Jabir, een jaar of vierentwintig, verblijft in Nederland. Hij heeft geen papieren, maar wel een groot talent. Hij heeft trauma’s als gevolg van de verlieservaringen in zijn jeugd. Hij heeft trauma’s als gevolg van afwijzing en onderdrukking, misbruik, vernedering en pijn. Hij kan er nog niet over praten. Maar ik als lezer kan zijn gedachten zien en zijn gevoelens meevoelen. Jabir wordt opgevangen door Elna. Ze wil hem helpen en zorgt ervoor dat hij de opdracht krijgt een bruidsjurk te maken. Dat vindt hij heerlijk. Maar opeens staat zijn verleden voor zijn neus en hebben zijn onderdrukking en vernedering hem ingehaald tot in Nederland. Jabir komt in een persoonlijke crisis. Hij zal moeten kiezen tussen haat en het nieuwe liefhebben, terwijl hij niet zeker weet of hij er zelf dan wel beter uit kan komen.
Alleen Elna kan hem bereiken en dan toch ook niet helemaal. Echt helpen kan ze niet. Jabir moet er zelf doorheen. De opgave om na zoveel haat toch te gaan liefhebben, lijkt te groot.
Je kunt niet anders dan deze jongeman helpen, maar als lezer kijk je met grote ogen naar wat er allemaal gebeurd is en gebeurt. Het grijpt je vast en je gaat ook door de pijn en het verlies, de rouw en het loslaten of juist vastgrijpen. Je ervaart zelf de rollercoaster waarin deze prachtige jongeman zich bevindt en je wilt alleen maar dat hij zijn geluk gaat vinden, een plek mag krijgen, waardering mag gaan ontvangen en geliefd gaat worden. Gewoon zoals bij ons normaal gevonden wordt.
Je wilt alleen maar dat hij eindelijk een Nederlands paspoort krijgt en een geslaagd bruidsjurkenontwerper wordt met een stralende carrière, een lieve vrouw en een paar mooie kinderen. Maar dat lijkt 99 stations te ver.
Geef een reactie