Dit is het tweede deel over het leven in een Syrisch vluchtelingenkamp. Jamil en Jamila zijn twee kinderen van acht jaar. Ze wonen in vluchtelingenkamp Bab as Salaam. De gebeurtenissen in dit boek zijn echt gebeurd.
Het verhaal begint met het vierjarige zusje van Jamil dat niet meer kan lopen. Ze is ziek geworden nadat ze vervuild water had gedronken tijdens de lange tocht naar het kamp. De kinderen gaan in een tent naar school. Als zij gaan zingen, vindt de juf dat Jamil het mooist zingt van allemaal. Ze vindt dat hij op het koor moet gaan. Dan komen er vrachtwagens het kamp inrijden. Ze brengen vrolijk beschilderde containers die als school gaan dienen. Er staan afbeeldingen op van verschillende Syrische gebouwen en als Jamil de klokkentoren van Homs ziet, krijgt hij heel erg last van heimwee. Hij wil naar huis.
Dit boekje geeft net als het eerste deel een duidelijk beeld van het leven in een vluchtelingenkamp. Het leuke is dat Esther, die de tekeningen in het boek heeft gemaakt, die containers heeft beschilderd en dat Elsbeth ze in het verhaal gebruikt. Achter in het boek staat een doe- en ontdekdeel. Er staan cijfers van 1 tot 10 in het Arabisch, een uitleg over heimwee, koffie- en theegewoonten. In het eerste deel staat dat in het tweede deel een recept met paprika zou komen te staan, dat is echter niet het geval. Er staat een recept van baklava in en daar zit geen paprika in.
Jammer vind ik het dat deel 2 een iets groter formaat heeft dan deel 1. Het is langer en breder. Het boekje is ook in het Arabisch vertaald en wordt naar de vluchtelingenkampen gebracht, net zoals met deel 1 is gebeurd.
Geef een reactie