Jasmijn werd zwanger op haar zestiende en kreeg een zoontje, Tim. Hij heeft het syndroom van Down.
Als ze eenentwintig is, trouwt Jasmijn met Ben, een weduwnaar met twee dochtertjes. Het gezin groeit, er komen nog drie kinderen bij. Ben heeft een droom maar beseft dat die niet uit zal komen vanwege het gezin. Tim trekt zich steeds meer terug. Af en toe gaat hij naar papa Jordy, zijn biologische vader en daar heeft hij het reuze naar zijn zin. Jasmijn ziet het met lede ogen aan. Is Tim bij Jordy beter op zijn plaats dan in haar drukke gezin?
Deze roman is een opzichzelfstaand vervolg op ‘Een grijze parel’, realistisch en ontroerend geschreven. Net als bij het eerste boek moest ik af en toe een traantje weg pinken.
Geef een reactie