Het leger van Israël nam tweehonderdduizend vrouwen en kinderen uit Juda als gevangenen mee naar hun stad Samaria.
Hiermee begint het verhaal van Ishma, een klein meisje dat met haar vriendin Yaïra als buit wordt meegevoerd. Beiden komen terecht in het huishouden van de profeet Jesaja. Door alle ellende heeft Ishma niet meer gepraat.
Hizkia’s broer wordt aan Moloch geofferd door koning Achaz. Hij raakt zijn spraakvermogen kwijt en als Ishma hem ontmoet, krijgen ze beiden hun stem weer terug. Ze raken bevriend en krijgen samen les van meester Jesaja.
Later adopteert Jesaja Ishma en noemt haar Chefsiba (afgekort Siba): tot vreugde van de Heer.
Als Hizkia koning wordt, is hij inmiddels getrouwd met Siba. Hij zuivert het land van de afgoden en heropent de tempel.
Siba krijgt meerdere miskramen en ze vraagt zich wanhopig af of ze Hizkia een troonvolger kan schenken. Uiteindelijk krijgt ze die na Hizkia’s ziekte en genezing.
Dit is een boeiende roman over het leven van Hizkia en zijn vrouw en Jesaja. De lezer kan zich goed identificeren met Siba. Hier en daar is het een beetje langdradig, maar het boek zit goed in elkaar en geeft een interessante inkijk in het leven van die tijd.
Hallel, de schoondochter van Jesaja, stierf een jaar na de geboorte van haar derde kind toen ze haar vierde kind trachtte te baren. In die tijd zoogden ze de kinderen tot hun vierde of zesde jaar en werden ze doorgaans niet zwanger in die tijd.
Heel mooi wordt de nabijheid van God omschreven na de genezing van Hizkia:
Jahwes nabijheid stroomde over de muren van Zijn tempel en straalde van alle Judese gezichten.
Geef een reactie