In deze roman maken we kennis met Tessa. Op zeventienjarige leeftijd is ze naar de stad vertrokken waar ze als meisje van buiten moeilijk kon aarden. Ze heeft verkeerde keuzes gemaakt en gaat gebukt onder de gevolgen daarvan. Ze voelt zich verworpen en eenzaam. Een steeds terugkerende droom voert haar naar haar kindertijd toen ze echt gelukkig was. Met haar ouders woonde ze in een door haar opa gebouwde blokhut in de wildernis. Ze geeft toe aan het verlangen –diep verborgen in haar hart- om naar haar geboortestreek terug te keren. Haar ouders zijn daar vier jaar geleden vertrokken en wonen nu in een verzorgingstehuis.
Tessa is in gedachten veel met vroeger bezig. Ze denkt veel na over God waar ze als kind in geloofde maar nu worstelt ze met veel vragen. Ze besluit naar de kerk te gaan waar ze vroeger kwam en daar wordt ze door God aangeraakt. Ze keert terug tot Hem en langzaamaan gaat het beter met haar. Tussen Tim, de voorganger van de kerk, en Tessa groeit een innige vriendschap, die zich tot liefde ontwikkelt. Dan moet Tim -met pijn in zijn hart- Tessa iets meedelen...
Ze raakt in de put en vraagt zich af wat Gods plan voor haar leven is. Bijna maakt ze weer een verkeerde keuze. Dankzij hulp van een vriendin en haar eigen -ondanks alles- rotvaste geloof in God dat Hij het goed met haar voor heeft, vertrouwt ze er op dat Hij haar toekomst in Zijn hand heeft. Tessa komt door deze moeilijke periode heen en dan komt ze erachter wat Gods plan voor haar leven is.
De auteur heeft kennis van zaken het natuurschoon en de natuurverschijnselen beschreven.Ik vind het knap dat ze lange stukken tekst zonder dialoog heeft neergezet zonder langdradig te worden. Het belangrijkste in dit boek komt heel duidelijk naar voren: al onze moeiten en problemen kunnen we bij God brengen. Hij leidt ons als we Hem in ons leven toelaten.
Geef een reactie