Op 23 augustus 1944 viert een jongen uit het volk van de Saksische Duitsers die in Roemenië wonen, het afscheidsfeest van zijn klas. Het feest draagt de naam “Exitus”. Hij is het tweede kind van vijf. Zijn vader en oudste broer zijn naar het front opgeroepen. Zijn moeder en de drie jongste kinderen zijn naar een andere plaats. Zijn opa en oma en tantes zijn aanwezig. Precies op die dag heeft koning Michaël besloten opnieuw koning te zijn; Antonescu af te zetten en krijgt het land een stevige reprimande van Duitse kant, omdat Roemenië zich met de Russen heeft verbonden. In dat vreselijke spel van machten overdenkt deze jongen diezelfde machten die in zijn eigen stadje een rol spelen in de onderlinge verhoudingen. Waar eerder de Duitsers, de Roemenen, de Hongaren, de Joodse mensen en de Roma en wat Armeniërs een gemeenschap vormden, komen alle groepen tegenover elkaar te staan en lopen de lijnen voor of tegen Hitler soms dwars door een gezin heen. Voeg daaraan toe de standsverschillen tussen rijk en arm en de lijn loopt zelfs dwars door je eigen beleving heen. En dan zijn er nog de persoonlijke sympathieën en verliefdheden die het vat met kruit compleet maken. De jongens vechten in hun eigen oorlog en de meisjes zoeken naar liefde en aandacht. Een Joods meisje met goudblond haar danst uiteindelijk een onmogelijke dans met de zwartharige Hans Adolf en de hoofdpersoon weet nog steeds niet hoe het zit met de liefde en de dood. Hij is intelligent maar ook gevangen in zijn systeem en beperkt in zijn mogelijkheden. Daarom lijd je als lezer met de hoofdpersoon aan deze plaats en deze tijd. Je gaat iets begrijpen van Roemenië in de oorlog. Iets.
Geef een reactie