Tijdens de jeugd van de schrijver ontstond het verlangen om kunstenaar te worden. Als hij zeventien is, vertelt hij dat aan zijn ouders die nogal geschokt zijn als ze dat horen. Het gevolg is dat zijn vader hem meedeelt dat hij geen cent meer van hem krijgt en maar voor zichzelf moet zorgen.
Er breekt een roerige tijd aan voor Eric. Hij belandt in Berlijn waar hij een ondergrondse organisatie helpt om mensen uit Oost-Berlijn te smokkelen. Als buitenlander kon hij namelijk vrij reizen. Vervolgens belandt hij in Parijs. Daar heeft hij een tijdje bij Corneille op zijn atelier gewerkt en heeft hij zijn eerste solotentoonstelling.
Hoewel Eric christelijk is opgevoed, komt hij op een gegeven moment tot de conclusie dat God dood is.
In 1983 heeft hij een bijzondere ervaring in de Notre Dame in Parijs. Hij krijgt een visioen waardoor hij ervan overtuigd raakt dat Jezus leeft. Hij komt tot levend geloof.
Jaren later wordt Eric gevraagd om een staatsieportret van kroonprins Willem-Alexander te maken. Zijn broer merkt op: ‘Waarom verspil je je talenten aan de gekroonde hoofden van deze aarde en wijd je ze niet aan de mensen die het nodig hebben?’
Dat is het begin van het kinderwerk in de sloppen van Sao Paulo, Brazilië. In Nederland heeft hij een deeltijdbaan als leraar Frans en hij reist zoveel mogelijk naar Brazilië. Dat is het begin van de stichting ‘Children asking’, die nu inmiddels ook in Afrika en Pakistan actief is.
Eric vertelt levendig over zijn zoektocht naar het paradijs. Het is heel bijzonder om te lezen hoe hij verschillende schilderstijlen hanteert, hoe hij zijn gevoelens beschrijft en met name zijn geloof en de visioenen die hij krijgt.
Geef een reactie