J.B. Collins is buitenlandcorrespondent van de New York Times en hij bevindt zich bij een vredestop in het Midden-Oosten als er een aanslag door ISIS wordt gepleegd. Zoals altijd zit je door Rosenbergs schrijfstijl direct midden in de haard van de internationale spanningen. Door vanuit het ik-perspectief te schrijven beleef je de een na andere spannende en soms vreselijke gebeurtenis samen met de hoofdpersonen.
Rosenberg schrijft boeken, maar het lijkt of je een in een filmmarathon zit. Terwijl de oeroude elementen van de romantische liefde en het redden van de wereld door de held in het verhaal zeker worden meegenomen, kun je er niet omheen dat de schrijver de lezer in de werkelijkheid van de hedendaagse Midden-Oosten problematiek trekt. Hoewel de overheden andere namen dragen, stoort dat niet. De gruwelijkheid van wat er in oorlogen gebeurt, wordt vooral aan het eind van het boek duidelijk. De gemeenheid van de loyaliteiten die dwars door het internationaal gebeuren heen lopen, kunnen je ook niet ontgaan. Spionnen, dubbelspionnen, de goeden en de slechten. Ze krijgen allemaal hun plek.
Om zo’n boek te kunnen schrijven, moet je zowel een gewoon mens zijn als wel heel veel kennis van zaken hebben over militairen en hun systemen, politiek, spionage, internationale verhoudingen, eindtijdtheorieën, de islam, het christendom en journalistiek. Dus veel onderzoek doen naar verschillende details (wapens, menselijk gedrag in buitengewone omstandigheden, corruptie en terrorisme bijvoorbeeld).
De gijzelaar is de president van de Verenigde Staten en omdat ik nu eenmaal graag wil weten hoe het afloopt en omdat ik van de ene spannende situatie in de andere rol, blijf ik lezen. Soms word ik dan wel een beetje moe van de hoeveelheid doden die er vallen. Het knapst verweven in het boek vond ik de uiteindelijke analyse van de vindplaats van de president en hoe daar een Bijbelse profeet op een natuurlijke manier een plek in had gekregen.
Geef een reactie