Een kerkvader maakt de balans op.
De kerkvader Augustinus (354-430) kan zich in een niet aflatende belangstelling verheugen. Zijn autobiografische ‘Belijdenissen’ zal wel altijd zijn meest gelezen boek blijven, maar ook zijn andere werken trekken nog altijd de belangstelling. Nu heeft uitgeverij Royal Jongbloed het aangedurfd om een minder bekend en gewaardeerd boek van zijn hand uit te geven: Speculum (Spiegel).
Augustinus schreef aan het einde van zijn leven, toen hij de kerk al vele jaren als bisschop diende. Hij maakte in zekere zin de balans van zijn leven en werk op, en in dat kader kwam hij met deze grote ‘bloemlezing uit de Bijbel.’ Een boek waarin hij een flink aantal Bijbelgedeelten voor het voetlicht brengt. Het gaat daarbij om die gedeelten die – volgens hem – van directe betekenis zijn voor de mensen die als christen willen leven. Het is zowel boeiend om te zien wat hij in dit boek opneemt als wat hij eruit weglaat.
Het boek is bezorgd door Vincent Hunink en Joost van Neer en voorzien van een uitgebreide inleiding van Paul van Geest. Een inleiding die van mij wel iets toegankelijker had mogen zijn, al wordt er veel waardevolle informatie in gegeven.
Persoonlijk vond ik het interessant om vast te stellen dat ook een ‘grote’ als Augustinus in een bepaald opzicht, net als alle stervelingen, een kind van zijn tijd was. Eén voorbeeld: als hij schrijft over de slavernij in het Oude Testament en de wetten die ervoor moesten zorgen dat slaven na verloop van tijd vrijgelaten werden, stelt hij eenvoudig vast dat dat een tijdgebonden opdracht moet zijn, omdat zoiets in een moderne maatschappij natuurlijk zou leiden tot ontwrichting…
Geef een reactie