Eline van de Wetering is dominee en pas begonnen als dominee in Heideveld. Ze is jong en sportief maar heeft in haar vorige woonplaats traumatische dingen meegemaakt in haar persoonlijk leven.
Wanneer ze een van de leden van de kerk bezoekt, blijft dat een nurkse jonge kerel te zijn, die haar min of meer wegkijkt uit zijn huis. Dat is natuurlijk niet zo’n leuke ervaring aan het begin van een nieuwe standplaats.
Bij de gevoelige Eline hakt dat er nog sterker op in.
Rob Huisman is de nurkse jonge kerel. Hij blijkt een hart van goud te hebben, is motoragent en wordt langzamerhand verliefd op de dominee. Een onmogelijkheid volgens hem, want zijn verwonde hart laat het hem niet toe om nog iets met God te willen.
En ziedaar de ingrediënten voor een heerlijk stuiverromannetje ware het niet dat de dominee van alles overkomt plus dat zij de moed heeft om er tot aan de kansel over te gaan praten ondanks haar schroom en schaamte. En niet meteen natuurlijk. We doen er een flink stuk boek over om er achter te komen wat er in het verleden is gebeurd terwijl de gebeurtenissen van nu ook behoorlijk schokkend zijn. Het ene is nog niet gebeurd of het andere overkomt haar. De goedzak blijkt een slechterik te zijn en de gedoodverfde vrijbuiter de liefdevolle ridder, eh… redder.
Hoe de twee elkaar vinden wordt mooi beschreven. De titel heeft daar alles mee te maken. De boodschap van dit boek is hoopvol en het juist dwars door alle gebrokenheid en ellende een heerlijke liefdesroman.
De schrijfster heeft gelijk, de ontwerper van de omslag zorgt ervoor dat het boek de aandacht trekt.
Niet verrassend maar wel prachtig is de diepte die Gods liefde krijg in dit boek.
De schrijfster heeft zelf jaren als predikante gewerkt en kent dit beroep dus van binnenuit. Het is verfrissend om te lezen dat een dominee een gewoon mens is die tegen van alles aanloopt omdat haar positie niet zo gewoon is of niet zo gewoon gevonden wordt.
Geef een reactie