Boekenmening

De zeven wonderen in Jeruzalem

Dit boek is een anders-dan-anders reisgids. Naast de bekende bezienswaardigheden wordt de lezer meegenomen naar de zeven plaatsen waar Jezus’ bloed de aarde doordrenkte, om hier te ontdekken wat dit voor ons vandaag betekent.

Het boek begint met een beknopte geschiedenis van Israël, gevolgd door een tijdlijn van het hedendaagse Israël.

De locaties waar Jezus verbleef, komen aan bod, zoals Bethlehem. Nazareth, Kapernaüm en Magdala.

De plaatsen in Jeruzalem die belangrijk waren in de laatste achttien uur van Jezus’ leven op aarde komen uitgebreid aan de orde. Er zijn QR-codes toegevoegd om de gelijknamige tv-serie te volgen.

De zeven wonderen hebben elk een eigen hoofdstuk.

De poorten van Jeruzalem worden genoemd. De Gouden Poort is in 1541 dichtgemetseld door het toenmalig islamitisch bestuur om te voorkomen dat de Messias door deze poort terug zal keren naar de stad. De Joden geloven namelijk dat de Messias terug zal komen door deze poort. Aan de voet van de Gouden Poort ligt een enorme begraafplaats. Veel Joden willen de komst van de Messias vanaf de voorste rij meemaken.

Het laatste hoofdstuk gaat over het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neer zal dalen.

Voor en achter in het boek staat een plattegrond met alle highlights van de stad. Er is ruimte voor aantekeningen en het boek bevat veel foto’s.

Het is een prachtig boek om steeds weer opnieuw te pakken en om cadeau te geven.

Gelijkheid

Dit boek is een geredigeerde versie van het gesprek dat Thomas Piketty en Michael Sandel hadden op 20 mei 2024 aan de Paris School of Economics. Sandel is professor politieke filosofie aan Harvard. Piketty is professor in de economische geschiedenis aan twee universiteiten in Parijs. De beide hoogleraren zijn ervan overtuigd dat het mogelijk is om de groeiende kloof tussen rijk en arm weer kleiner te krijgen.

In dit gesprek geven ze aan waar het in de westerse wereld aan schort en hoe het zo gekomen is, dat die kloof er is en in de geschiedenis kleiner of groter wordt. In Nederland bezit 10 procent van de hoogste inkomens 60 procent van het totale vermogen. Toch is er een stijgende lijn in gelijkheid vanaf de Franse Revolutie. Door de afschaffing van bijvoorbeeld de aristocratie en de slavernij en de invoering van bijvoorbeeld vakbonden en kiesrecht, sociale zekerheidstelsels en dekolonisatie. Er zijn drie redenen van het ongelijkheid-probleem. Toegang tot basisvoorzieningen, politieke gelijkheid en waardigheid. Hierover spreken de heren door.

Met name toegang tot onderwijs bevordert gelijkheid, het is ook een sleutel tot welvaart. Maar sinds we meer en meer het zorg- en onderwijsaanbod vermarkten, krijgt de inhoud ervan minder waarde. Er is ook politiek van alles aan de hand. In de VS wordt ruim 160 miljoen vanuit de overheid aan universiteiten gegeven en maar 1 miljoen aan beroepsopleidingen. Dit werkt zeker ongelijkheid uit. De bevolking groeit en uitbreiding in zorg en onderwijs is nodig maar vanaf de jaren tachtig in de vorige eeuw zijn de budgetten bevroren.

Er is werk aan de winkel voor de politiek, maar dan moeten de ogen hiervoor wel opengaan. De verdeling van participatie van werknemers in het beleid van grote bedrijven is ook niet goed verdeeld. Er gaat geen substantiële invloed van hen uit. De meritocratische gedachte in het westen zorgt ervoor dat mensen snel denken dat het je eigen verdienste is als je succes hebt en dat het je eigen schuld is als je arm bent.

Een van de oorzaken is de diplomaterreur. Dat werkt mee in de ratrace waardoor jonge mensen onder te zware druk moeten kiezen en studeren. Dan is er de enorme ongelijkheid tussen salarissen. Hoe kan het dat een hedgefondsmanager tot 5000 keer meer verdient dan een leraar. Waarom wordt het werk van de leraar niet veel hoger ingeschaald. Hij werkt aan de toekomst van de volgende generatie. Het is nodig dat er salarisplafonds komen en dat er een progressieve belastingheffing is.

Opmerkelijk is dat beide heren ook oog hebben voor de maatschappelijke ontwikkelingen. Zij stellen dat we elkaar minder ontmoeten en dat als we elkaar ontmoeten, dat gebeurt in gelegenheden die bij onze ‘klasse’ horen. Particuliere sportinstellingen bijvoorbeeld. Voor de maatschappij is het gezonder als iedereen elkaar ontmoet in de maatschappelijke infrastructuur. Als er een concentratie van eigendom is door een kleine groep mensen, groeit hun macht. De groeiende ongelijkheid in deze dagen bevordert misbruik en het corrumperen van waarde. Een voorbeeld daarvan is de commerciële draagmoeder. We hebben morele grenzen nodig om de waarde van mensen terug te winnen, te laten groeien en gelijkwaardiger te maken.

Het einde van de hel

Troostend. Mocht je reserves hebben bij de titel van dit boek en toch nieuwsgierig zijn, dan mag je weten dat Reinier Sonneveld expliciet zegt: Ik schrijf waarschijnlijkheden. Kijk, zoveel ruimte is er om in gesprek te gaan met elkaar. Dat Reinier houdt van overzicht en dat dat niets afdoet aan de veelzijdigheid van zijn onderwerp, pleit ervoor om alle reserves voor de duur van het luisteren naar zijn betoog in een kastje te stoppen.

Hij vat zijn eigen boek in een zin samen: Er is een hemel. Dat werkt hij uit in het eerste deel van het boek. En naar de hemel gaat iedereen. Dat werkt hij uit in het tweede deel van zijn boek. Hij schrijft vanuit het standpunt van het universalisme of alverzoening of met het Ooster-Orthodoxe woord apokatastasis. Je kunt het boek zien als een uitleg van dit eeuwenoude begrip.

Reiniers uitleg over de verschillende manieren van rechtspraak en zijn uitleg over de werkelijke vrijheid als het om liefde gaat, maken dat ik mee kan gaan in zijn onderbouwing. Hij geeft goede voorbeelden en laat zien dat er voor ieder mens altijd sprake is van proportionaliteit. Hij stelt: is eeuwig lijden voor een misdadig aards bestaan dan niet altijd buitenproportioneel en dus oneindig onrechtvaardig?

Dat zijn boek niet alleen een onderbouwing vanuit zijn filosofisch en theologisch denken is maar ook een persoonlijk element bevat, evenwel verder onderzocht, maakt zijn betoog rijker en zeker de moeite waard om in jouw eigen overwegingen mee te nemen.

Het sterkste argument verwoordt Reinier in de epiloog. Angst en niet liefde voor God is binnen de infernalistische cultuur, daar waar de hel een gesloten en vaststaand iets is, over het algemeen het motief om te geloven. Iedereen voelt intussen wel aan, dat dat gewoon niet klopt want liefde reageert niet goed op bedreiging. Maar zo veel kerken drijven op dit meest treurige motief om je hart aan Jezus te geven. Door dit te verwoorden riskeert Reinier Sonneveld het middelpunt van een kerkelijke cancelcultuur te worden terwijl veel predikanten hun universalisme niet van de daken prediken maar wel hun eigen overwegingen hebben.

De mooiste zin in het boek was: In de Bijbel wordt een keer over de hemelpoort gesproken. Het zijn er twaalf en ze zijn altijd open. Openbaring 21:24-25. Wat in vers 8 van dat hoofdstuk staat zal dan zeker niet bij het ‘verkooppraatje’ horen om mensen tot geloof te brengen maar wellicht een concluderende situatie. Zo blijven er misschien toch wat vragen over. Over wat is dan de volmaakte liefde en hoe kunnen we een zuiver geloof najagen? Maar dat valt buiten het bestek van dit boek.

De gelijkenis over de rijke man die geestelijk zo blind is en geestelijk zo onvermogend dat hij Lazarus die bij zijn achterdeur ligt om de afvalbak te plunderen, zodra de keukenmeid iets weggooit, niet helpt, springt wel direct in mijn gedachten. De onoverkomelijke kloof in het dodenrijk. Hoe zou die rijke man in die situatie ooit iets goed kunnen maken ten opzichte van Lazarus, terwijl die nu wel getroost wordt? Reiner Sonneveld gaat het niet uit de weg en noemt ook de loutering door het vuur.

De gedachte dat uiteindelijk alles goed komt is niet alleen maar troostend. Het brengt ook een huivering die misschien wel passend is en ervoor zorgt dat ik mij meer wil verdiepen in wat het Leven werkelijk inhoudt.

Dit boek is met overtuiging, bescheidenheid en lef geschreven.

Taal EHBO

Er zijn zeven taalgidsen van goede kwaliteit op de markt, stelt Reinier Sonneveld, maar die vertellen alleen hoe de goede tekst moet zijn en niet waar jouw foutjes zitten. Daarom is deze taalgids uniek. Iets ‘loopt niet lekker’ in je tekst, waar ligt dat nou aan? En hoe kom je vervolgens aan een goedlopende tekst?

Deze Taal EHBO gaat niet alleen in op de spelling en de stijl, maar behandelt de bredere context van het schrijven. Hoe onzeker je kunt zijn en je worstelt met de inhoud of wanneer je vanbinnen blokkeert.

Bovendien is dit boek heel praktisch opgezet. Een deel gaat over voorbereiding, een deel over schrijven en een groot deel over herschrijven, waarin de kopjes precies aangeven wat je nodig hebt. Bijvoorbeeld: “Het moet overzichtelijker” of “het klinkt te simpel”. Na de inhoud vind je een lijst met onderwerpen voor een snelle doorverwijzing naar oplossingen. Het is bijvoorbeeld helpend om te lezen hoe je AI kunt gebruiken bij het schrijven en zo zijn er nog meer onderwerpen in de lijst genoemd die je bij het opzoeken van de paragraaf direct kunnen helpen het beter te doen.

Een schrijfgids die je helpt om duidelijke en overtuigende teksten te maken.

Reinier Sonneveld heeft een podcast: Taal-EHBO. Hij geeft trainingen aan experts, sprekers en organisaties om hun communicatie duidelijk, overtuigend en boeiend te maken.

Houvast

De ondertitel van dit werkboekje is: Hoe vind ik rust? Ontwikkel je persoonlijke leefregel. Passend is het introducerende beeld van een wijnstok die aan het rek van 2000 jaar christendom is opgebonden. Wij zijn geënt op die wijnstok: Jezus Christus. Aan de hand van zeven levensgebieden, zet Janneke de lezer aan het werk om na te denken over die gebieden in het leven. En dat nadat ze heeft uitgelegd waarom het goed is om een persoonlijke levensregel op te stellen. Overigens is dat een regel die met jouw levensfasen meegroeit en steeds opnieuw formulering behoeft.

H.O.U.V.A.S.T. zijn de letters voor heilige grond, organiseren, uitvoeren, verbinding, aandacht, sensitiviteit, ten slotte:afronden.

In die gebieden doe je wat oefeningen en formuleer je jouw dagelijkse, wekelijkse of maandelijkse aanpak.

In het laatste deel van het werkboek beschrijf je je rollen, definieer je jouw waarden en formuleer je doelen op de zeven eerder behandelde gebieden. Hiermee ga je aan de slag om het een plek te geven in jouw tijdseenheden. Van dagelijks tot jaarlijks. Daarna maak je een ideale weekplanning en een ideale dagplanning. Zo vorm je spiegels voor jezelf en kun je steeds weer bijstellen wat je anders wilt. Je kunt ook nog via een QR- code nieuwe werkbladen downloaden.

Aan het eind een literatuurlijst om meer te lezen over de leefregel.

Sophie is kwijt

Zoë en haar klasgenootje Sophie zijn op straat aan het spelen. Als ze ieder een kant uit rennen, komt Sophie niet meer terug. Ze is spoorloos verdwenen. Er wordt gedacht dat Zoë het slachtoffer van de ontvoering zou moeten zijn omdat ze de dochter is van een schatrijke Engelse graaf.

Naar aanleiding van dit vermoeden krijgen Zoë en haar driejarige tweelingbroertjes een persoonlijke bewaker.

De rechercheur die het onderzoek leidt, is een goede bekende van graaf Matthew en zijn vrouw Anna. Hij betrekt hen bij zijn werk.

In het landhuis van Matthew en Anna is een christelijk rustoord gevestigd, waar mensen van allerlei slag komen. Zoë kan goed overweg met een oudere mevrouw die Dolly heet. Ze praat tegen Zoë op een volwassen manier en gebruikt woorden waar ik een woordenboek bij moest pakken, zoals bv. querulanten, larmoyant en meer van dergelijke woorden.

Het eerste wat me aan dit boek opviel is de titel: Sophie is kwijt. Taalkundig klopt dat niet, Sophie is zoek moet het zijn. Het is geschreven in een literaire stijl. Ik verwachtte een spannende whodunit maar dat is het niet. Het verhaal wordt geschreven vanuit verschillende personages, zelfs vanuit de driejarige tweeling die onrealistisch goed is in rekenen. Hun vader leert hun zelfs kwadraten. De tweeling vindt alles met cijfers geweldig maar de hoofdstukken over hen voegen niets aan het verhaal over de zoektocht naar Sophie toe. Het vertraagt het verhaal. Ook de vriendschap van Dolly en Zoë is een verhaal in een verhaal.

The Mythmakers

Ieder die met plezier en interesse de beroemde boeken van C.S. Lewis en J.R.R. Tolkien heeft gelezen, zal ook met heel veel plezier en interesse deze graphic biography lezen van John Hendrix. Hoe hun vriendschap zich ontwikkelde, hoe hun samenzijn ongelooflijk vruchtbaar bleek te zijn voor alles waar zij doorheen gingen en wat zij schreven.

Heb je ooit gelezen over een magische plek die er ongeveer zo uitziet als onze wereld maar zo anders en zo echt dat je er graag naar toe wilt? Als je die verhalen herleest worden ze alleen maar mooier en houd je er steeds meer van totdat je erover dagdroomt om iemand te zijn die daar leeft. Heb je ooit een eigen droomwereld gehad, waar je kaarten van maakte waar bomen, bergen en rivieren prachtige namen hadden en elk apart een verhaal met zich meedroegen.

Zo begint dit boek van John Hendrix en het is waar wat hij zegt. Dit is wat epische mythes doen. Het tilt je uit boven je eigen situatie en laat je kennismaken met de worstelingen van de held, die een reis maakt. Een reis waarbij alle waarden die je kent worden beproefd en die je laten verlangen naar.

Daar waren de schrijvers zelf in het begin ook niet helemaal achter. Wat was dat verlangen dat hen al van kindsbeen bezighield? Als volwassenen kwamen ze tot de conclusie dat de vreugde van mythen méér betekende dan ontsnapping aan de werkelijkheid. Dat deze verhalen een glimp van een diepe transcendente waarheid bieden.

Het is prachtig hoe John Hendrix in deze graphic novel en literaire introductie tekent en vertelt over hun leven. Hij heeft zich ontzettend goed ingelezen hoe deze twee auteurs in het leven in hun eigen turbulente tijd stonden en hoe hun leven zich ontwikkelde.

De hoofdpersonen van The Mythmakers, Mr. Lion en The Wizard, alter ego’s van C.S. Lewis en J.R.R. Tolkien, zijn de gidsen die het vertellen. Op hun reis ontmoeten zij ook andere denkers uit de literatuurwetenschap die de lezer hun kant van de verhalen laten zien.

De prachtige illustraties worden gecombineerd met een diepgaande verkenning van de kracht van mythen en verhalen. The Mythmakers is niet voor niets uitgeroepen tot een van de beste boeken van het jaar door The New York Times. Het is een lust voor het oog, het hoofd én de ziel.

Ik heb het boek in Engeland besteld. Het is in het Engels geschreven. Wie weet komt er een vertaling in het Nederlands maar voor wie Engels beheerst is het smullen.

Uit de verhoorkamer

Belevenissen van rechercheur Baantjer van bureau Warmoesstraat in Amsterdam

Deze verhalen van Nederlands bekendste rechercheur zijn allemaal op ware gebeurtenissen gebaseerd. Baantjer schreef daarnaast vele fictieve verhalen van inspecteur De Cock. Deze bundel, onlangs uitgegeven, bevat waargebeurde verhalen, die zich allemaal afspelen in het Amsterdam van de afgelopen jaren. Doordat het geïnspireerd is op de dagelijkse praktijk van bureau Warmoesstraat, stijgt het ver uit boven de fictieve verhalen die Baantjer ook schreef. Wie wil weten wat zich heden ten dage zoal in Amsterdam afspeelt en welke kleurrijke personen daar rondlopen, raad ik aan om dit boek te lezen. Misschien overbodig te zeggen, dat het zich afspeelt in de wat minder goede wijken van Amsterdam, tot de zelfkant van het bestaan toe.

Pelgrim

Dit boek wordt net als alle andere delen uit de Oxen-serie het neusje van de zalm van de Deense misdaadfictie genoemd.

Zelfs lang nadat een reeks moorden op oorlogsveteranen is opgelost, werpt de zaak nog lange schaduwen over voormalig topmilitair Niels Oxen en zijn partner bij de geheime dienst, Margrethe Franck. Belast met het schuldgevoel over het doden van onschuldige mensen, verdwijnt Oxen op een wandeltocht van een maand. Dan wordt Margrethe Franck door haar werkgever geschorst. Wanneer Axel Mossmann, Francks voormalige baas, de hulp van de twee vraagt voor een simpele beveiligingsklus, lijkt dat een welkome afwisseling van alle tumult. Samen met Mossmann staan Franck en Oxen de Deense belastingdienst bij tijdens het achterhalen van geheime financiële informatie uit Panama.

Ze hebben er geen idee van hoezeer deze klus samenhangt met het onderzoek waarmee Margrethe zich al heel lang bezighoudt. Een van de vermoorde veteranen is de broer van politieagente Sally Finnsen. Zij verlangt naar gerechtigheid en uiteindelijk werkt ook zij samen met Oxen en Franck. Wanneer ze na een moeizaam onderzoek eindelijk een mysterieuze moordenaar op het spoor komen, blijkt hun tegenstander onvermoede macht te hebben. Waarom zou iemand tegen elke prijs een moordenaar beschermen? Hoe is de zaak in Panama hiermee verbonden? En waarom liegt hun oude bondgenoot Mossmann hun voor? De zoektocht naar antwoorden brengt hen allemaal in levensgevaar.

De titel linkt alleen maar aan het feit dat Oxen een enorme wandeling maakt en tijdens die wandeling gezelschap soms gezelschap heeft van zijn zoon. Het wandelen heeft tot doel om zijn verwondingen te laten genezen en weer in conditie te komen, de PTSS te overwinnen en in het reine te komen met alles wat er gebeurd is.

Het moeilijke van de inhoud vind ik de suggestie dat enorme misdaad- en terreurbestrijders zoals de CIA en politiekopstukken zelfs gevoelig zijn voor geld en macht en dat er in de wereld van geld en macht allerlei beschadigende vormen van seks worden gepraktiseerd.

Voor de lezer die zoekt naar gerechtigheid wordt het een puzzel, want ook de bestrijders worstelen met de duistere kanten van het menselijk bestaan.

De ultieme dader komt met zijn daden weg. Deze ‘werkelijkheid’ vind ik moeilijk te verteren.

Een briefje voor de prins

In 1574 omsingelen de Spanjaarden Leiden. De Leidenaren kunnen de stad niet meer in of uit. Dat resulteert erin dat er honger en pest uitbreekt.

Joris’ vader is bakker en Joris is bij hem in de leer. Joris’ vader staat erom bekend dat hij de lekkerste broden van de stad bakt. Elke morgen staat er een lange rij voor de winkel.

De tamme duif Roef van Joris woont in een kooitje boven de oven. Joris gaat vaak met hem op pad. De duif zit dan op zijn schouder.

Door de Spaanse omsingeling stijgen de prijzen de pan uit en op een gegeven moment is er bijna geen voedsel meer. Toch mag Joris af en toe een brood brengen bij de weduwe grootmoe Jeanne.

Hoe nijpender de hongersnood wordt, hoe meer kwajongens het op Roef gemunt hebben. Ze willen hem doden om op te eten en zelfs de vader van Joris oppert dat ze Roef wel kunnen slachten. Dat doet Joris ertoe besluiten om Roef te laten onderduiken. Hij komt op het idee om Roef bij grootmoe Jeanne te brengen. Zij is heel blij met de duif als gezelschap.

Dan krijgt Roef een speciale taak en dat brengt Joris op een geweldig idee.

Dit is een heel spannend jeugdboek over het beleg en ontzet van Leiden. De situatie van de burgers wordt realistisch beschreven, de hongersnood, de pest en de opstand tegen de burgemeester.

Het vertrouwen op God komt op een mooie, natuurlijke manier naar voren.

Het boek eindigt met de bevrijding door Willem van Oranje en de Watergeuzen.

Een klein minpuntje: Hoofdstuk 6 gaat over Roef maar zowel in de inhoudsopgave als boven het hoofdstuk staat Roelof. De vader van Joris’ vriend heet Joppen maar bij de persoonsbeschrijving voor in het boek staat Foppen.

Ik vind het boek een aanrader voor iedereen die in geschiedenis geïnteresseerd is.

202712

Recensie

Jouw waardering

202711

Recensie

Jouw waardering

202710

Recensie

Jouw waardering

202709

Recensie

Jouw waardering

202708

Recensie

Jouw waardering

202707

Recensie

Jouw waardering

202706

Recensie

Jouw waardering

202705

Recensie

Jouw waardering

202704

Recensie

Jouw waardering

202703

Recensie

Jouw waardering