Merytamon, dochter van de Farao trouwt -naar Egyptisch gebruik- op 14-jarige leeftijd met haar vader. Omdat ze meent onvruchtbaar te zijn, geeft haar moeder haar het advies om bij de Hebreeuwse slaven een kind weg te halen. Mozes wordt door Merytamon als zoon aangenomen en ze laat de Farao geloven dat hij door een god is verwekt.
Als Mozes volwassen is, wordt hij met zijn afkomst geconfronteerd. Dit heeft tot gevolg dat hij moet vluchten omdat hij een Egyptenaar heeft doodgeslagen. Hij komt in de woestijn terecht bij een Midianitische priester. Hij trouwt met Sippora, wordt schaapherder en verblijft veertig jaar bij hen. Dan roept God hem om naar Egypte te gaan...
Dit verhaal wordt beurtelings verteld door drie vrouwen, Merytamon, Miryam, Mozes' zus en Sippora, zijn vrouw. Doordat het in de ik-vorm is geschreven, beleef je als lezer de gevoelens van de vrouwen. De eerste hoofdstukken over Merytamon zijn wat langdradig omdat er te veel wordt uitgeweid over de afgodendienst van de Egyptenaren. Verder is het een vlot lezend boek.
Geef een reactie