Deze jeugdroman is geschreven voor kinderen vanaf 10 jaar. Het gaat over de familie Ten Boom die in de Tweede Wereldoorlog Joodse onderduikers verborg.
Teun, een jongen van 12 jaar, is de hoofdpersoon en is verzonnen door de auteur. Hij woont met zijn moeder en gehandicapte zusje Lieze in Haarlem. Zijn vader is tewerkgesteld in Duitsland. Teun is bevriend met zijn buurjongen Jaap die een paar jaar ouder is dan hij. Hij vermoedt dat Jaap in het verzet zit. Dan komen Teun en Lieze in contact met 'tante Kees' zoals Corrie ten Boom genoemd wordt. Corrie houdt kerkdiensten voor gehandicapten en nodigt Lieze daarvoor uit. Na een tijdje als Teun in de stad loopt, hoort hij een paar mannen met elkaar praten. Hij vangt flarden van zinnen op waaruit hij opmaakt dat ze niet veel goeds in de zin hebben. Het lijkt erop dat ze de familie Ten Boom willen oppakken. Teun voert een hevige strijd met zichzelf; zal hij naar de familie Ten Boom gaan om hen te waarschuwen of zal hij maken dat hij wegkomt en doen alsof hij niets gehoord heeft?
Dit is een prachtig boek over de familie Ten Boom. Het is spannend, leest vlot en heeft diepgang. Achter in het boek staat een verklarende woordenlijst en ook staat er een plattegrond van het centrum van Haarlem in en een tekening van de doorsnede van het Ten Boomhuis. Het laatste hoofdstuk vertelt over hoe het verder ging met Corrie Ten Boom.
Geef een reactie