Dit boeiende levensverhaal van de oprichter van stichting Dorcas leest als een trein. Als vrijwilligster bij Dorcas wilde ik het graag lezen. Het is heel boeiend geschreven en moeilijk weg te leggen als je er eenmaal in begonnen bent.
Het boek begint bij de geboorte van Dirk Jan, in april 1945, in een gereformeerd gezin. Zijn jongensjaren worden uitgebreid beschreven. Ook vertelt hij eerlijk over een tragische gebeurtenis uit zijn jeugd. In 1955 krijgt de kerk een Hongaarse dominee. Als een jaar later de opstand in Hongarije uitbreekt, staat de dominee huilend op de preekstoel de gemeente te vertellen wat er in Boedapest gebeurd is. Dat raakt Dirk Jan enorm. Hij zei tegen zijn vader: “ Als ik wat groter ben, ga ik die Hongaren helpen.” In het blad “De Spiegel” wordt uitgebreid aandacht aan de gebeurtenissen in Hongarije besteed. De foto’s knipt hij uit en een uitgave van het blad dat volledig over Hongarije gaat, heeft hij zorgvuldig bewaard. Hij wordt timmerman en werkt in de bouw. Tijdens zijn huwelijk komt hij tot geloof.
“De christelijke stichting tot hulp aan gewetensvervolgden” begon in 1980 bij Dirk Jan thuis. Vervolgens worden de acties beschreven die de stichting heeft gevoerd waaronder de actie voor “de zeven van Moskou” en de actie voor de Zweedse diplomaat Raoul Wallenberg. De stichting groeit en gaat later verder onder de naam Dorcas Hulp. Dirk Jan is eerlijk over de conflicten binnen de organisatie. Maar wat overheerst is dankbaarheid. “Ik weet me een bevoorrecht mens, omdat God me riep om te werken in Zijn wijngaard,” zegt hij.
Een prachtig boek.
Geef een reactie