Het boek begint met de tiener Marco, die zich gaat verdiepen in iets dat hij op internet tegenkomt wat hij wil gebruiken voor school. In het tweede hoofdstuk begint het eigenlijke verhaal. Aval is een weesjongen die terecht komt in een weeshuis, dat wordt geleid door een man die zich Vader laat noemen. Hij raakt bevriend met de 12-jarige Tomas, die hem uitlegt hoe de zaken geregeld zijn in het huis. Behalve dat het er streng aan toegaat, is het bijzonder dat de kinderen zo vaak naar de dokter moeten. Van alle kinderen wordt verwacht dat ze bloed doneren, waarom weet Aval niet, maar hij durft er ook niet naar te vragen. Regelmatig gaan er kinderen weg om geadopteerd te worden.
Dan belooft Vader Aval en Tomas opeens een uitje. Ze worden door een auto met chauffeur opgehaald om naar de stad te gaan. Maar nadat ze in een tattoo winkel geweest zijn om een tatoeage te laten zetten, worden ze wakker in een ziekenhuisbed. Het begin van een wonderlijk avontuur, waarbij beide jongens veel moeten doorstaan. Zo komen ze terecht in de wereld van de illegale donorhandel. Met steun van een gefortuneerde graaf uit Frankrijk proberen ze de schuldigen te vinden. In de epiloog van het boek wordt de motivatie voor dit verhaal duidelijk.
Het verhaal leest erg vlot, maar er zit niet veel spanning in. Telkens als het een stukje spannender lijkt te worden, ligt de oplossing ook al klaar. Het geheel is sterk rechtlijnig en dat maakt het bij elkaar wat saai om te lezen. Wel is het boek behalve voor volwassenen ook voor tieners goed leesbaar en een mooie kans voor ouders om met hun kinderen over orgaandonatie te spreken. Jammer dat de auteur, die overigens veel meer in zijn mars heeft (lees bijvoorbeeld “Gevonden mysteries”) hier wellicht zo druk was met het verwerken van het thema, dat de kwaliteit wat achterbleef. Aan de andere kant maakt de eenvoud van het boek het wel geschikt voor een lezerspubliek dat normaal niet zo snel een boek pakt.
Geef een reactie