Het is begin 1945. Miekes moeder is er twee jaar geleden vandoor gegaan. Mieke, veertien jaar, zorgt zo goed mogelijk voor haar vader, die suikerziekte heeft, en haar jongere zusje en broertje. Ze heeft het idee dat haar vader in het verzet actief is en ze maakt zich grote zorgen. Hij heeft immers suikerziekte? Op een dag vindt ze een briefje van haar vader waarop staat dat hij een of twee dagen wegblijft. Maar hij blijft veel langer weg.
Mieke heeft goed contact met haar lerares en die weet haar op een gegeven moment te vertellen hoe het met haar vader gaat. Ze zegt dat ervoor wordt gezorgd dat Mieke met haar zusje en broertje op een boerderij kunnen verblijven. Er wordt een tijdstip afgesproken waarop ze klaar moeten staan. Maar voordat het zover is, staat moeder ineens voor de deur…
Een boeiende novelle over de innerlijke strijd van een tienermeisje in oorlogstijd. Ze worstelt met het feit dat haar moeder weg is en later ook haar vader. Op cruciale momenten hoort ze de stem van haar broertje in gedachten: De Heer’ zal u steeds gadeslaan. Ze beseft dat de Heere ook nu bij haar is.
Geef een reactie