Nadia woont in Afghanistan, samen met haar vader, broertje en zusje. Haar moeder is gestorven toen haar zusje geboren werd. De Taliban heeft veel dingen vernield en nu komen er buitenlandse soldaten om een school en een brug te bouwen. Kamal, Nadia’s neef, is het hier niet mee eens omdat hij een Taliban-aanhanger is.
Nadia ontdekt dat haar vader naar een christelijk radiostation luistert. Ze schrikt ervan maar wordt ook nieuwsgierig naar de God van de christenen. Ze komt in contact met Sedra, de vrouwelijke legertolk die christen is. Sedra raakt zwaargewond bij een aanslag en Nadia bezoekt haar. Op de terugweg komt ze Kamal en zijn vriend tegen. Ze beschuldigen haar van verraad en willen haar stenigen…
Dit boek is het tweede deel in een serie over de vervolgde kerk. Het beschrijft duidelijk het leven in Afghanistan en hoe moeilijk je het krijgt als je christen wordt. Er staat een klein foutje in. Bij de namenlijst voorin heet de tweede moeder van Nadia Fatima, terwijl ze in het boek Omira heet.
Geef een reactie