Als Maggie op weg is naar haar tante, krijgt ze een ongeluk en komt ze tijdelijk in een vervallen hotel terecht. De eigenaars willen het verkopen en na enig beraad, besluit Maggie het te kopen.
Haar baan bij de bank, waar ze zich toch al niet zo erg thuis voelde, zegt ze op. Na hard werken is het hotel klaar en houdt Maggie een groot openingsfeest. Onder de gasten bevindt zich tot haar verbazing een oud-klasgenoot van haar: Kevin. Ze krijgt contact met hem en het lijkt een relatie te worden. Hij heeft meerdere hotels en via anderen hoort Maggie dat hij op haar hotel uit is en haar daarom probeert te versieren. Dan is er ook nog Dennis, de zoon van de voormalige eigenaars die geen eigen woonruimte heeft en tijdelijk bivakkeert in een hotelkamer. Hij gedraagt zich uiterst irritant, volgens Maggie. Omdat ze personeelstekort heeft, springt hij 's avonds bij. Het blijkt dat Dennis en Kevin elkaar kennen. Bovendien hebben ze een gruwelijke hekel aan elkaar.
Dan blijkt dat Kevin nog contact heeft met zijn ex...
Een vlot geschreven roman met humor, die heerlijk wegleest. Wat mij wel verbaast, is dat de bibliotheek er het predicaat 'christelijk' aan heeft gegeven, terwijl het boek in het geheel niet christelijk is, hoewel het taalgebruik netjes is, behalve de vloek op blz. 64.
Geef een reactie