Silvia (1951-2013) woont in Roemenië ten tijde van het communisme. Ze groeit op in een christelijk gezin. De leerkrachten op de middelbare school maken het geloof in God belachelijk.
Silvia vraagt God om een teken en haar gebed wordt op een wonderlijke manier verhoord.
Later wordt ze betrokken bij het Bijbelsmokkelwerk. Met haar vriendin Genovieva helpt ze Bijbels te verbergen die het land binnen gesmokkeld zijn. Dan komt ze erachter dat haar vader jarenlang Bijbels heeft verborgen in een houten ton in de achtertuin.
Silvia wordt steeds lastiggevallen door de geheime politie en langdurig verhoord. Ze wil daarom het land verlaten. De tweede reden is dat Genovieva naar New York is vertrokken. Als ze naar het politiebureau gaat om hiervoor toestemming te vragen, wordt ze afgesnauwd en het bureau uitgeduwd.
Uiteindelijk probeert ze via een andere manier het land uit te vluchten. Ze lijdt ontberingen maar uiteindelijk komt ze met een gids en een groepje andere Roemenen in Joegoslavië terecht. De opluchting is van korte duur. De hele groep wordt opgepakt en teruggebracht naar Roemenië.
Silvia komt in de gevangenis terecht en krijgt daar veel ellende te verduren maar ze blijft op God zien. Ze weet het vast en zeker: Hij kent mij.
Dit is een aangrijpende biografie van een dappere vrouw die door alles heen op Jezus blijft zien.
Geef een reactie