Tom, vader en Hannah, dochter, zijn de twee hoofdpersonen van deze roman. Relaties en het leven, ze hangen aan een zijden draad. Maar je kunt niet je hele leven bezig zijn met de dood, dus zoeken zowel Tom als Hannah manieren om om de zijden draad heen te dansen. Een van de manieren die Tom hanteert, is om met Hannahs verjaardag zijn plaatselijke toneelclub een geliefd sprookje van Hannah te laten opvoeren met een eigen verhaallijn en improvisatie van de acteurs.
Door de jaren heen is dit toneelgezelschap als een thuis en een familie voor Hannah en Tom geworden. Het boek speelt tijdens Hannahs vijftiende levensjaar. Een jaar waarin het slechter met haar gaat en de zijden draad dreigt te knappen. Een jaar waarin zij gewoon vijftien wil zijn, verliefd wordt en haar dochterliefde nieuwe vormen geeft. Door de ziekte aan haar hart sta je als lezer constant op scherp en je realiseert je dat mensen die met zo’n ziekte leven met een verhoogd gevoel voor leven en afscheid nemen en ook hoe vermoeiend dat alleen al kan zijn, laat staan dat de ziekte effect heeft op je lichaam en je geest.
Het is een prachtig verhaal. De namen van Jezus en God en andere woorden worden onnodig vaak gebruikt en dat doet voor mij als lezer afbreuk aan de intentie, in plaats van dat het die zou versterken.
Geef een reactie