De vader van Floris en Filip heeft een manege. De jongens rijden al paard zolang ze zich kunnen heugen. In de meivakantie willen ze een hut bouwen in het Orderbos. Ze bouwen in de buurt van twee historische grafheuvels. Door een verhaal van opa over Malle Lammert geloven de jongens dat daar een schat verborgen is. Ze treffen een paar archeologen die ook bij de grafheuvels bezig zijn. Er is ook een student bij, maar die blijkt wat in zijn schild te voeren.
Floris en Filip mogen van hun ouders een nacht in de hut slapen. Wat hun ouders niet weten, is dat ze op zoek willen gaan naar de schat. Ze blijken niet de enigen te zijn.
Dit is het eerste jeugdboek van deze auteur. Een spannend jongensboek (dat overigens heel goed door meisjes gelezen kan worden) met een boodschap. De afhankelijkheid van God komt heel mooi naar voren. Het leuke aan dit boek vind ik dat het over jongens gaat die paardrijden. Over het algemeen gaan paardrijboeken (althans die ik gelezen heb) over meisjes die paardrijden. Er komt leuke humor in voor en wetenswaardigheden uit de geschiedenis.
Geef een reactie