Volkomen onverwacht voor hem besluiten Gors ouders om met hun twee zonen te vluchten uit Armenië. Mensensmokkelaars regelen dat ze in Nederland terechtkomen na een tocht van zeven dagen. De eerste nacht slapen ze onder een boom; de volgende dag vertrekt de trein naar Rijsbergen, waar een aanmeldcentrum voor asielzoekers is. Het zit er boordevol asielzoekers en na een tijdje verhuist het gezin naar een afgeschreven hotel in Den Bosch. Vervolgens komen ze via Leiden op Texel terecht. Maar het blijft onzeker of en wanneer ze een verblijfstatus krijgen. Gor en zijn vader helpen mee op een zorgboerderij. Op Texel hebben ze het goed, maar dan gaan het AZG sluiten en moeten ze naar Den Helder vertrekken. Toch kunnen ze op de boerderij blijven werken en kan Gor naar school blijven gaan op Texel.
Her lezen van dit boek heeft me geholpen om me meer in te leven in asielzoekers. Het verhaal van Gor geeft hier een goed beeld van. Hoe ze het ervaren om in een onbekend land, zonder bergen terecht te komen met zo’n rare taal die ze wel nooit zullen leren. En dan het leven in de asielzoekerscentra, met veel mensen uit allerlei culturen die weleens botsen. Het koken in een smerige keuken, (wat ze niet hebben gedaan uit angst voor ziektes en stiekem op hun kamer kookten), als gezin in een huisje zitten waar ze het veel beter hebben, de eindeloze onzekerheid over de vraag of ze wel mogen blijven of het land uitgezet zullen worden.
Ik vond het bijzonder om Gor te ontmoeten in onze kerk waar hij sprak, vlak na het uitkomen van zijn boek. Dit boek kan ik een ieder aanraden die meer wil weten over het leven van asielzoekers.
Geef een reactie