Dit is het zevende deel in de Freek en Gerdien-serie.
Freek en Gerdien zijn met hun moeders in het Hongaarstalige deel van Roemenië. Ze spelen met de kinderen van het kindertehuis en leren ook wat Hongaarse zinnen. Ze helpen met het uitdelen van voedsel, kleding en boekjes met Bijbelverhalen. Ook bezoeken ze de Roma’s die op een vuilnisbelt wonen. Freek en Gerdien zijn diep onder de indruk en als ze weer terug zijn in Nederland, vertellen ze hun belevenissen in de klas. Het leidt ertoe dat de hele school in actie komt om de arme Roemenen te helpen.
Dit boekje geeft een heel goed beeld van het leven in Roemenië. Het is goed zelfstandig te lezen als je de eerdere delen niet gelezen hebt. Af en toe is er een verwijzing naar het vorige deel.
Achter in het boek staat een lijstje met Hongaarse woorden. Heel jammer vind ik het dat er fouten in staan. ‘Szivesen’ betekent ‘graag gedaan’ maar in de lijst staat dat het ‘alsjeblieft’ betekent. Diezelfde fout wordt ook in het verhaal gemaakt. Hongaars en Roemeens wordt door elkaar gehaald op bladzijde 34. Als een Roma-kind in het Roemeens ‘dank je wel’ zegt, staat erachter dat het Hongaars is voor ‘dank je wel’. Hun tolk en begeleider wordt Sàndor genoemd. Echter de letter à komt niet in het Hongaars voor. Het moet zijn: Sandor of Sándor. Maar dat zal de jonge lezertjes uiteraard niet opvallen. Het boek ziet er aantrekkelijk uit door de mooie illustraties en de omslagtekening die een realistisch beeld geeft van Roemenië.
Geef een reactie