Elk stuk dat Gabriëlle Hoppenbrouwers schrijft in haar boek en op internet heeft de titel van een lied of een muziekstuk. Dat is niet voor niets. Ze is een groot muziekfan en zoals ze schrijft in dit boek, dat heeft ze van haar broer. Haar broer is de tweede hoofdpersoon in haar boek. Hij kreeg kanker en moest sterven. Daar gaat het over maar natuurlijk niet alleen. Gabriëlle is officier van justitie bij Jeugdzaken en dus gaat het altijd over families, opvoeding, verwaarlozing of verwennerij, grenzen of grenzeloosheid, liefde of het ontbreken ervan en heel vaak over scheiding, dood of andere ernstig traumatiserende gebeurtenissen in het leven van een kind. Terwijl Gabriëlle nu als volwassene weer een traumatiserende gebeurtenis moet doormaken, ontdekt ze patronen en pijn in haar persoonlijke leven. Ze heeft het lef om met nieuwe ogen terug te kijken: met mededogen en een objectiever oordeel. Ze is ontzettend dapper om zich zo open en kwetsbaar op te stellen in haar blogs en boek en daarom is het zo herkenbaar en vormt het geschrevene een spiegel. De vragen over eigen authenticiteit en eerlijkheid dringen zich aan de lezer op. Waar liggen onze grenzen en hoe ga ik daarmee om als ik moe ben of zelfs uitgeput? Als degene die een strafeis formuleert, is Gabriëlle goed op de hoogte van wat recht is en wat zou ik het gaaf vinden als zij de derde persoon die zij op haar voorblad noemt, zou ontdekken als de ontwerper daarvan, want zij ziet juist dat recht onderdeel is van het ultieme liefhebben.
Geef een reactie