Schippersserie deel 3.
Zeeman Hendrik Brouwer is gelukkig getrouwd met Johanna. Ze wonen in Vlissingen en hebben een zoontje, Hans. Telkens als Hendrik naar zee moet, heeft Johanna te kampen met angst voor rampen en tegenspoed. Haar vrees wordt bewaarheid als Hendrik niet terugkeert van een reis naar Melbourne. Ze zoekt troost bij God en kan haar verdriet delen met buurvrouw Wiebema en haar zoon Sjoerd -die loods is- , waar ze een goed contact mee heeft. Hansje is dol op de buurman.
Na een paar jaar vraagt Sjoerd Johanna om zijn vrouw te worden en ze gaat op zijn aanzoek in. Ze krijgen een dochter en samen zijn ze erg gelukkig.
Dan vergaat er voor de kust een schip. De angst krijgt Johanna te pakken als Sjoerd hulp gaat bieden door mee te varen op de reddingsboot. Uren later wordt er op het raam getikt en Johanna is ervan overtuigd dat het de onheilsbode is... Het blijkt echter heel iemand anders te zijn...
Een ontroerend boek dat de sfeer van de zeevaart goed weergeeft. Het vertrouwen op God komt er duidelijk in naar voren. Het taalgebruik is ietwat ouderwets, toch leest het wel vlot. Het is zo'n beetje de stijl van van der Hulst, maar dan voor volwassenen.
Er staat een foutje achterin: Mijntje, de zus van Jan, moet zijn: Mijntje de nicht van Jan.
Geef een reactie