Deze novelle, geschreven ter gelegenheid van de week van het Christelijke Boek en de Boekenweek 2008, is een verrassend inkijkje in de angsten van de verteller, die zijn leven inkleuren bij de geboorte van zijn eerste zoon. Het is zo knap verteld dat je van elk woord wilt geloven dat het zo gegaan is. Pas in het laatste hoofdstuk blijkt, dat dit verhaal in een verhaal, duidelijk maakt tot welke gevoelens het prille vaderschap iemand kan brengen.
Ik vind dat Sjaak, door het op deze manier te doen, heel integer omgaat met de destructiviteit die in de mensenziel huist; die verwoord en toch geen werkelijkheid wordt. De afhankelijkheid aan God die het mooist naar voren komt in de doopscène, geplaatst in de broosheid van een oude man en de kwetsbaarheid van een onwetend kind, bracht me een brok in de keel. Zo naar vormen van jezelf te mogen en te kunnen kijken is een wijsheid die niet van deze wereld is.
Geef een reactie