In de tweede helft van de negentiende eeuw veranderde de wereld ingrijpend, vooral door de industriële revolutie, vol ontdekkingen en uitvindingen. ‘Dreiging’ van Arie de Ruiter speelt zich in deze hectische tijd af, maar richt zich niet zozeer op de technische vooruitgang, als wel op een bevolkingsgroep waarvoor juist veel hetzelfde bleef: de eenvoudige, meest armoedige bewoners van de Veluwe. Grotendeels ruwe en ongeletterde mensen, die onder vaak miserabele omstandigheden probeerden te (over)leven.
Zijn roman is wat anekdotisch van opbouw en wisselt nogal eens van perspectief. Dat maakt het wat lastiger om je in de personages in te leven. Daar staat tegenover dat de schrijver er op die manier in slaagt heel veel informatie over het moeilijke bestaan van de toenmalige bewoners van de Veluwe te geven. Hij heeft zich daar duidelijk in verdiept.
Er komen tal van interessante personen voorbij: een bosopziener die stroper was en weer stroper wordt, een herder met bovennatuurlijke gaven, een boerin die de kraamkolder krijgt, een dienstbode op de vlucht enz. enz.
Bijgeloof en streekgewoonten spelen een belangrijke rol. De kern van het Christelijk geloof wordt helaas door weinigen begrepen.
Er gebeurt heel veel in ‘Dreiging’, waardoor het boek nergens saai wordt. Een roman waarin je wordt geconfronteerd met het zware leven in vroegere tijden.
Geef een reactie