Kate Kirby, een Amerikaanse geschiedkundige wordt gevraagd om een artikel te schrijven over een verborgen schat die in de 17e eeuw was begraven in een wijk in Londen en in 1912 werd opgegraven. Een enorme schat met unieke stenen in juwelen. Ze wordt in haar onderzoek naar deze juwelen begeleid door een fotograaf met wie ze al vaker mee heeft samengewerkt. Kate neemt de opdracht aan, maar heeft een dubbele agenda. Ze heeft een tekening van haar oma Esther die een Elizabethaanse knoop voorstelt. Zij wil tijdens het bezoek aan het museum in London ontdekken of de tekening overeenkomt met een nog bestaande knoop. Het verhaal van Esther Murphy wordt verteld naarmate Kates onderzoek vordert. Samen met de fotograaf reist ze naar een aantal interessante plaatsen op de wereld.
Van een mijn waar saffieren worden gedolven tot een kunstatelier in Parijs waar bepaalde technieken van emailleren aan haar worden uitgelegd. De benadering van de meesteremailleur verbindt het dragen van sieraden met de liefde en het verdriet in het leven.
Mensen zijn in staat om enorme schoonheid te creëren, om zowel liefde als verlies te gedenken. Juwelen spreken van een verlangen om bemind te worden, verbonden te zijn en herinnerd te worden. En dit is de kern van de twee verhaallijnen van deze roman.
Marcus, de fotograaf levert het romantische element in het verhaal van Kate. Het verhaal is gebaseerd op de echt gebeurde geschiedenis van de Cheapside Hoard. De schrijfster heeft zich goed ingelezen voordat zij dit verhaal waarin de personen uit haar eigen fantasie zijn ontsproten, heeft vormgegeven. Mijn complimenten voor het goed weergegeven contrast tussen die diepe armoede in 1912 in Londen, de enorme uitbuiting in de mijnen en het rijke westen met haar glossy magazines, galerieën en musea.
Geef een reactie