Adrian Plass is bij uitstek een schrijver die de christelijke wereld, waarvan hij zelf deel uitmaakt, een spiegel wil voorhouden. En daar slaagt hij soms heel goed in. Sommige van zijn boeken zijn behoorlijk humoristisch. Andere serieuzer. ‘De schaduwdokter’ valt in die laatste categorie. Plass zelf noemt dit boek ‘het moeilijkste dat ik ooit heb geschreven.’
Hoofdpersoon Jack is een kerkelijk meelevende vrijgezel met een nogal saai leven. Het geloof is belangrijk voor hem, maar bestaat meer uit verplichtingen als uit vreugde. Zijn oma is een van de weinige mensen met wie hij echt kan praten en als zij overlijdt heeft hij het daar moeilijk mee. Dan blijkt dat ze hem een brief heeft nagelaten. Via die brief komt hij in contact met een man die een grote rol in de laatste levensfase van zijn oma heeft gespeeld. Hij noemt zichzelf ‘De schaduwdokter’. Deze wonderlijke ‘arts’ blijkt iemand te zijn die op onverwachte ogenblikken in mensenlevens opduikt, om hun nieuwe levensvreugde te bezorgen. Als de man aan Jack voorstelt om te gaan samenwerken, besluit hij daarop in te gaan, en daarna verandert zijn leven.
Ik heb het idee dat Plass zich in dit boek afzet tegen een ‘christendom aan de buitenkant’ en wil benadrukken dat het vooral om de praktijk van het leven gaat. Daarin maken de hoofdpersonen m.i. soms wel eigenaardige keuzes. Plass slaagt er goed in om je nieuwsgierig te houden. Tijdens het lezen wil je het antwoord op verschillende vragen vinden. Sommige antwoorden krijg je. Andere niet.
Geef een reactie