Het is 1938, de tijd dat de Jodenvervolging steeds grotere vormen aanneemt en wat bij de Joodse mensen in dit boek leeft is heel erg het gevoel van: “Ze zullen toch niet?” En dan gebeurt het meest onvoorstelbare; Otto raakt alles kwijt, ziet om zich heen de wreedheden van de Duitsers en komt erachter dat ze “het” wel doen.
Het verhaal komt wat langzaam op gang en dat gaf mij het idee dat ik een gesprek tussen twee mannen aan het afluisteren was. Je hebt geen idee wat er aan de hand is en komt zo ineens op hun pad. En dan sluipt het erin. De wereld staat op zijn kop, je beseft dat de personen in het boek geen idee hebben wat er gebeurt en dat heb jij wel. Angst overheerst en het gevoel van te laat actie te hebben ondernomen.
Ondanks de wat moeizame start is het een roman die je gelezen wilt hebben. Het verhaal rondom de auteur triggerde mij ook om dit boek op te pakken. Het is niet heel dik en leest na de eerste hoofdstukken beter weg omdat je niet anders kunt dan je inleven in de hoofdpersoon. Het is een eenzaam verhaal en je kunt je goed identificeren met Otto.
Over de auteur: Ulrich Alexander Boschwitz was een Duitse auteur. Hij schreef deze roman in 1938. Hij werd van Engeland naar Australië gedeporteerd en op de reis terug naar Engeland kwam hij om het leven toen hij in een onderzeeboot van Australië naar Engeland werd aangevallen. Het manuscript van deze roman lag jaren in een archief, werd in de jaren 40 in Amerika wel gepubliceerd, weer herontdekt en in 2018 in Duitsland gepubliceerd. Het heeft dus een hele reis gemaakt net als zijn auteur en zijn hoofdpersoon.
Geef een reactie