Jaren geleden las ik ‘Herinneringen,’ de autobiografie van Anna Snitkina, de jonge secretaresse van de beroemde Russische schrijver Fjodor Michailovitsj
Dostojewski. Een boek waarin ze vooral veel lof toezwaait aan haar echtgenoot. Maar haar daadwerkelijke leven met hem was een stuk lastiger dan je op grond van haar eigen werk zou vermoeden. Vaak biedt een biografie een eerlijker beeld van iemand dan een autobiografisch boek, en ook bij ‘De muze van de gokverslaafde’ is dat absoluut het geval.
Want gokverslaafd was Dostojewski. Al kenden ze die term nog niet in de tijd dat hij en zijn jonge vrouw in Duitsland leefden, en hij daar casino’s bezocht.
Casino’s die er prachtig uitzagen maar waarin hij zoveel geld vergokte dat hij en zijn gezin regelmatig straatarm raakten.
Heel interessant om te lezen maar Anna moet het soms knap benauwd hebben gehad. Ze moest keer op keer persoonlijke bezittingen naar de lommerd brengen om de ‘hobby’ van haar echtgenoot te kunnen bekostigen. Eenmaal zelfs haar eigen trouwring.
Gelukkig was Anna een pittige dame, die erin slaagde om het leven van haar briljante maar tegelijk lastige achtgenoot in steeds betere banen te leiden.
Er wordt gezegd dat achter elke beroemde man een krachtige echtgenote schuilt. In dit geval was dat waar.
Ik vind het een prachtig boek dat vaak leest als een roman. En ik krijg zin om (weer) een boek van Dostojewski te gaan lezen.
Toch wel met andere ogen.
Geef een reactie