Het verhaal speelt in Gansbaai, in het Zuid-Afrika van eind 19e eeuw. Vanaf haar elfde wordt Sophie door haar vader gedwongen om in stormachtige nachten op een hoge rots met een lantaarn te zwaaien, met de bedoeling dat langsvarende schepen door het licht misleid worden en schipbreuk lijden. Sophies vader eigent zich vervolgens de handelswaar van de gestrande schepen toe. Als ze 16 wordt, ontvangt Sophie van een oom en tante een aanzienlijk geldbedrag. Met dit geld als troefkaart durft ze de confrontatie met haar vader aan en weigert ze nog langer mee te werken aan zijn misdadige praktijken. Kort daarna loopt er opnieuw een schip op de klippen, maar het is niet duidelijk wie dit keer de lantaarn gezwaaid heeft. Diverse signalen wijzen in de richting van Sophie. De zwaar gewonde kapitein van het schip wordt ondergebracht op Hagelkraal, de boerderij van Sophies vader. Sophie krijgt opdracht om de kapitein te verplegen. De kapitein oefent op Sophie een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit.
Sophies vader heeft echter andere plannen met zijn dochter: een huwelijk met buurman Kerneels zal twee boerderijen tot één mooi bedrijf samenvoegen. Kapitein Robert MacFarlane is geen partij voor zijn dochter. Maar wat is daarvan de werkelijke reden? Waarom is de relatie tussen Sophie en haar vader zo slecht? Wat heeft zich in het verleden van de moeder van Sophie afgespeeld?
Dat geheim uit het verleden maakt de lezer nieuwsgierig, waardoor je het boek in één adem uitleest. Een romantisch boek, waarbij ik het wel jammer vind dat er een nogal zwaar accent ligt op de gevoelens van Sophie voor Robert, waardoor de historische kant van het boek teveel naar de achtergrond verdwijnt.
Geef een reactie