Als kind kwam Norbert in een klooster terecht waar hij opgroeide. Als hij vijftien jaar is, legt hij de kloostergeloften af: gehoorzaamheid, armoede en kuisheid. Het kost hem strijd om daarin te volharden, vooral wat betreft de kuisheid. Op een dag ontmoet hij de mooie Beatrijs die vlak bij het klooster woont. Hij valt als een blok voor haar. Hij komt tot het besef dat zoiets moois als de liefde tussen man en vrouw door God geschapen moet zijn. Maar in hem woedt tweestrijd. Hij komt vaak bij Beatrijs maar ze waarschuwt hem om dat niet te doen. Norbert heeft immers de belofte afgelegd om celibatair te leven? Maar de drang om bij elkaar te zijn is sterker dan de leer. Dan wordt hij voor een half jaar uit het klooster verbannen. Hij moet het leven buiten het klooster leren kennen.
Deze roman geeft een uitermate boeiend beeld van het leven in de Middeleeuwen. Bijgeloof, geloof, liederlijkheid, een dubbele moraal en een pestepidemie komen allemaal op een vlotgeschreven manier met hier en daar een vleugje humor, aan de orde. Toen ik in het boek begonnen was, had ik moeite om het weg te leggen. Het boek heeft een bijzonder mooi beschreven ontroerend eind.
Geef een reactie