De zussen Erica en Beth hebben heel verschillende karakters. Samen erven ze het landhuis van hun oma, onder de voorwaarde dat ze er samen gaan wonen. Allebei hebben ze diepe herinneringen aan het huis en oma. Als kind logeerden ze er en speelden met 'zigeunerkinderen' wat oma niet goed vond. Ook hun neefje Henry logeerde er, maar hij verdween op een mysterieuze manier.
Beth heeft de herinneringen diep verborgen en wil er niet over praten. Zij heeft er psychische problemen aan overgehouden. Erica wil echter de onderste steen boven zien te krijgen, omdat ze verwacht dat het Beth zal helpen. Het 'zigeunerjongetje' blijkt ook op het landgoed te zijn en het kan dan ook niet anders, of de herinneringen achtervolgen hen. Zullen de zussen er ooit mee in het reine komen? Accepteren zij de erfenis?
Dit boek kenmerkt zich door sterke karaktertekeningen. Het verhaal uit het heden wordt afgewisseld met de verhalen die beginnen in het begin van de 20e eeuw, waar overgrootmoeder vanuit Engeland naar Amerika gaat. Langzaam wordt hierdoor het familieverhaal verteld, de pioniersrol van hun overgrootmoeder in Amerika, de terugkeer naar Engeland, de situatie rond hun oma. Duidelijk wordt waarom oma zo'n afkeer heeft van die 'zigeuners'.
Het boek is ook meeslepend. Je waant je als het ware in het onherbergzame Amerika van meer dan 100 jaar geleden. De levens van de vrouwen wordt bijna werkelijkheid. Afwisselend kun je meevoelen met zowel Beth als Erica. En ook met Dinny, de jongen met het veelbewogen zigeunerleven. Het blijkt uiteindelijk dat ze dichter bij elkaar staan dan verwacht.
De afloop is niet alledaags en dat maakt het geloofwaardig. Een boek over levenslessen, een leven lang leren, relaties en liefde. Het is geen christelijk boek, maar absoluut het lezen waard.
Geef een reactie